spelling 14 april

Doel
Ik weet hoe ik woorden met de korte klank correct schrijf:
- bakker
- emmer
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Doel
Ik weet hoe ik woorden met de korte klank correct schrijf:
- bakker
- emmer

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Stap 1:
Wat zie je op het plaatje?

Slide 3 - Diapositive

Stap 2:
Hak het woord in klankgroepen.


Je hoort: klo-ken

Slide 4 - Diapositive

Stap 3:
Hoor je een lange of een 
 klank?

klo-ken

Slide 5 - Diapositive

Ik hoor een
A
lange klank
B
korte klank

Slide 6 - Quiz

Het goede antwoord:
Het goede antwoord is een korte klank, klo-ken.

Slide 7 - Diapositive

Stap 4:
Woorden met een korte klank, hebben twee medeklinkers.

Slide 8 - Diapositive

Stap 5:
Ik weet nu dat het woord een korte klank heeft en twee medeklinkers moet hebben. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe schrijf ik het woord?
A
kloken
B
klokken
C
klooken
D
klookken

Slide 10 - Quiz

Het goede antwoord:
Het goede antwoord is klokken.

Slide 11 - Diapositive

Hoe schrijf je de volgende woorden?

Slide 12 - Diapositive

Het goede woord is:
A
visen
B
viessen
C
vissen
D
viesen

Slide 13 - Quiz

Het goede antwoord is:
A
mugen
B
muggen
C
muugen
D
muuggen

Slide 14 - Quiz

Het goede antwoord is:
A
klapen
B
klaapen
C
klaappen
D
klappen

Slide 15 - Quiz

Het goede woord is:
A
kieppen
B
kiepen
C
kipen
D
kippen

Slide 16 - Quiz

Wat ga je nu doen?
Je maakt :
Thema 7 Blok 1 Les 1
dit is de flitsles.

Laat je hier afschieten naar Snappet!

Slide 17 - Diapositive