Grammatica zinsdelen H1

timer
10:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan/weet:
  • het gezegde en het lijdend voorwerp vinden in zinnen met wederkerende werkwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden 

Slide 4 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Wederkerende werkwoorden hebben een wederkerend voornaamwoord bij zich.

Wederkerende werkwoorden kunnen onderverdeeld worden in
-  verplicht wederkerende werkwoorden 
-  toevallig wederkerende werkwoorden.



Slide 5 - Diapositive

Gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
1: Ik schaam me.
2: Hij ergert zich.
3: Zij wast zich.
4: Je bezeert je.
5: Ik bemoei me met jouw zaken.
6: Zij vragen zich af wat jij hier doet.
7: Wij spannen ons erg in.
8: Zij vergist zich nooit.
9: Hij heeft zich gestoten.
10: Ik heb me verbrand.
Wat valt op?

Slide 6 - Diapositive


Verplicht wederkerende werkwoorden
zich bemoeien 
zich ergeren
zich gedragen
zich uit de voeten maken
zich ontfermen
zich schamen
zich uitsloven
zich vergissen
zich verschuilen
zich verslapen
zich verslikken verspreken
zich voornemen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Een voorbeeldzin met een verplicht wederkerend werkwoord is:


Hij bemoeit zich met mijn dochter.
 
(fout: Hij bemoeit zichzelf met mijn dochter of Hij bemoeit mijn dochter.)

WG = bemoeit zich




Slide 9 - Diapositive


Toevallig
wederkerende werkwoorden


(zich) amuseren
(zich) bezeren
(zich) aankleden
(zich) scheren
(zich) verwonden
(zich) vermaken
(zich) wassen

Slide 10 - Diapositive

Oefenen

  • Vanwege het arrestatiebevel houden we ons voorlopig schuil in de heuvels.
  • ow = we
  • wg = houden ons schuil


  • In vlakke gebieden blijken rivieren zich vaak te vertakken.
  • ow = rivieren
  • wg = blijken zich te vertakken

Slide 11 - Diapositive

Ons eerste afspraakje had ik me eigenlijk heel anders voorgesteld.
  • ow = ik
  • wg = had me voorgesteld
  • lv = Ons eerste afspraakje
  • bwb = eigenlijk
  • bwb = heel anders

Slide 12 - Diapositive

Toevallig wederkerende werkwoorden


Een voorbeeldzin met een toevallig wederkerend werkwoord is:

Hij wast zich elke dag.

(ook mogelijk: Hij wast zichzelf elke dag of Hij wast zijn auto.)

wg = wast         Lv = zich
Tip!
Bij toevallig wederkerende werkwoorden kan -zelf aan het wederkerend voornaamwoord toegevoegd worden en kan het wederkerend voornaamwoord duiden op een andere persoon, een lijdend voorwerp.

Slide 13 - Diapositive

Gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden

Slide 14 - Diapositive

Na veertig jaar optreden heeft de zanger zijn gitaar aan de wilgen gehangen.
  • ow = de zanger
  • wg = heeft aan de wilgen gehangen
  • lv = zijn gitaar
  • bwb = Na veertig jaar optreden

Slide 15 - Diapositive

  • Waarom moeten die toetsen wiskunde altijd zo moeilijk zijn?
  • ow = die toetsen wiskunde
  • ng = moeten [zo moeilijk] zijn
  • bwb = Waarom
  • bwb = altijd

Slide 16 - Diapositive

  • Heeft de voorzitter van het NOC de sporters hun medailles overhandigd?
  • ow = de voorzitter van het NOC
  • wg = Heeft overhandigd
  • lv = hun medailles
  • mv = de sporters

Slide 17 - Diapositive

Als de zin een zinsdeel niet bevat, zet dan een x.
Ons eerste afspraakje had ik me eigenlijk heel anders voorgesteld.
ow:
wg:
ng:
lv:
mv:
bwb:

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 3 en 4 op bladzijde 29.

Slide 19 - Diapositive