Economie over de grens

Heb jij al eens iets in het buitenland besteld?
Ja, ik heb ooit eens iets uit het buitenland besteld
Nee, ik heb alleen in Nederlandse webshops en winkels iets gekocht
Ik bestel nooit wat
1 / 55
suivant
Slide 1: Sondage
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Heb jij al eens iets in het buitenland besteld?
Ja, ik heb ooit eens iets uit het buitenland besteld
Nee, ik heb alleen in Nederlandse webshops en winkels iets gekocht
Ik bestel nooit wat

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gebied zien we op bovenstaande afbeelding?
A
Europa
B
Europese Unie
C
Eurozone
D
Schengengebied

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een open of gesloten economie?

  • BBP (Bruto Binnenlands Product)
  •  Import & export
  • Wanneer open of gesloten?
  • Nederland/Amerika

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen van export en import
  • Werkgelegenheid  ↑
  • Inkomens ↑
  • Vreemde valuta ↑, maar niet fysiek...

  • Producten die wij niet kunnen produceren
  • Voordeligere producten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Import-/exportquote

exportquote= waarde van de export/bbp x 100%

importquote= waarde van de import/bbp x 100%

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Australië heeft een BBP van €1245 mld. De Import bedraagt €182 mld. en de export bedraagt €219 mld.

  • Bereken de importquote
  • Bereken de exportquote

*Rond af op hele percentages
Importquote Australië
182/1245x100= 15%
Exportquote Australië
219/1245x100= 18%

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Europese Unie
  • Samenwerkingsverband: Wetten, bestuur, handel enz.
  • Vrij verkeer van goederen & diensten 
  • Vrij verkeer van arbeid & kapitaal

  • Interne markt --> vrijhandel
  • schaalvoordelen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
  • Lezen blz. 152 t/m 154
  • maken opgaven 1 t/m 12 

  • Overleg met je buurman of buurvrouw naast je mag, op fluistertoon!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de berekening van de importquote
A
bbp : import
B
import : bbp
C
bbp: import x 100
D
import : bbp x 100

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Italie voerde voor in 2019 voor 90 miljard aan producten uit en voor 120 miljard aan producten in. Hun Nationaal inkomen bedroeg € 1.567.000.000.000

Berekend de importquote & exportquote.
A
Importquote 2% Exportquote 6%
B
Importquote 7,7% Exportquote 5,7%
C
Importquote 7,4% Exportquote 5,2%
D
Importquote 2,5% Exportquote 4%

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de importquote
Importwaarde €146,4 miljard
Exportwaarde € 290,5 miljard
Bruto Binnenlands Product 990,4 miljard
A
14,8%
B
50.4%
C
676.5%
D
29,3%

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de importquote NL
uit de invoerwaarde in %
van het nationaal inkomen.

Nederland
China
nationale inkomen
€765 miljard
€17.000 miljard
import
€442 miljard
€1.850 miljard
export
€540 miljard
€2.212 miljard
A
€ 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
B
€ 765 miljard : € 442 miljard x 100 = 173%

Slide 14 - Quiz

Importquote (invoerquote):
Nederland: € 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
China: € 1.850 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 10,9%
- Exportquote (uitvoerquote):
Nederland: € 540 miljard : € 765 miljard x 100 = 70,6%
China: € 2.212 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 13%
- Nederland heeft de meest open economie.

De importquote van Israël is 78% en de exportquote 69%. wat zegt dit over de economie?
A
open economie, weinig internationale handel
B
gesloten economie, weinig internationale handel
C
open economie, veel internationale handel
D
gesloten economie, geen internationale handel

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

https://schooltv.nl/video/eenvandaag-in-de-klas-minder-import-uit-china/#q=handel
https://schooltv.nl/video/tegenlicht-in-de-klas-de-toekomst-van-de-internationale-handel/#q=handel 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WISSELKOERSEN

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de importquote
Importwaarde €146,4 miljard
Exportwaarde € 290,5 miljard
Bruto Binnenlands Product 990,4 miljard
A
14,8%
B
50.4%
C
676.5%
D
29,3%

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Italie voerde voor in 2019 voor 90 miljard aan producten uit en voor 120 miljard aan producten in. Hun Nationaal inkomen bedroeg € 1.567.000.000.000

Berekend de importquote & exportquote.
A
Importquote 2% Exportquote 6%
B
Importquote 7,7% Exportquote 5,7%
C
Importquote 7,4% Exportquote 5,2%
D
Importquote 2,5% Exportquote 4%

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de importquote NL
uit de invoerwaarde in %
van het nationaal inkomen.

Nederland
China
nationale inkomen
€765 miljard
€17.000 miljard
import
€442 miljard
€1.850 miljard
export
€540 miljard
€2.212 miljard
A
€ 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
B
€ 765 miljard : € 442 miljard x 100 = 173%

Slide 21 - Quiz

Importquote (invoerquote):
Nederland: € 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
China: € 1.850 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 10,9%
- Exportquote (uitvoerquote):
Nederland: € 540 miljard : € 765 miljard x 100 = 70,6%
China: € 2.212 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 13%
- Nederland heeft de meest open economie.

WISSELKOERSEN
Je kunt:
  • vreemde valuta aankopen
  • vreemde valuta verkopen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 3 berekeningen bij wisselkoersen
AANKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb 100 euro, hoeveel dollars kan ik kopen?
  • Ik koop 100 dollar, hoeveel euro kost me dat?

VERKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb dollars over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verkoop- en aankoopkoers
Je koopt vreemde valuta. Dus je betaalt euro's. Hoeveel krijg je voor je euro's? Of hoeveel euro moet je betalen voor je vreemde valuta?
Je verkoopt vreemde valuta, je brengt ze terug naar de bank. Hoeveel euro krijg je terug?
Voor elke euro ontvang je 7,43 Kronen.
Voor elke euro moet je 7.45 Kronen inwisselen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik koop 100 pond, hoeveel euro kost dat?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in vreemde valuta : koers per euro = waarde in euro's
👉 100 : 0,85 = € 117,65

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt
👉 100 x 0,85 = 85 GPB

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De wisselkoers van € 1 is:
bij koop: $ 1,30
bij verkoop: $ 1,28.

Hoeveel dollar krijg je voor € 300?
A
$ 384
B
$ 231
C
$ 390
D
$ 234

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je komt terug uit Engeland, en hebt nog 150 Pond over. Hoeveel euro krijg je hiervoor?
A
€ 174,42
B
€ 176,47

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de waarde van een euro gisteren
1 dollar was is en nu 1,30 dollar, dan is de wisselkoers van de euro ...
A
gestegen.
B
gedaald.
C
gelijk.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

16 mei 2021: 1 euro = 132,85 Japanse yen. Bereken de wisselkoers van 10.000 Japanse yen in euro's.
A
€ 0,007528
B
€ 1,00
C
€ 75,273
D
€ 752,753

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb 100 pond over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)

bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
👉 100 : 0,86 = € 116,28

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt 150 Deense kronen. Hoeveel euro betaal je daarvoor?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Provisie

Provisie: Het bedrag dat je aan het wisselkantoor (of de bank) betaalt omdat ze geld omwisselen.


Als je je berekening gemaakt hebt, en je weet hoeveel euro je moet betalen, tel je de provisie er bij op. Als je euro's terugkrijgt bij het teruggeven van buitenlands geld, haal je de provisie van het te ontvangen bedrag af (je krijgt dus minder omdat je voor het wisselen moet betalen).


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wisselt bij de bank 1.500 Japanse yen in. Hoeveel euro krijg je daarvoor?
De provisiekosten zijn € 4.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt 500 kronen.
Hoeveel euro kost je dat?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nederlandse groothandel Nedis importeert oplaadkabeltjes uit China.
De Chinese Yuan is in koers gestegen ten opzichte van de euro. Er zijn twee antwoorden goed!
A
Nedis zal door de wijziging meer kunnen importeren.
B
Nedis zal door de wijziging minder kunnen importeren.
C
Voor Nederland is de Yuan goedkoper geworden.
D
Voor Nederland is de Yuan duurder geworden.

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Josha is in Japan en betaalt 6.000 Yen voor sushi.
De wisselkoers is: 100 Yen = 0,20 Euro
Hoeveel euro heeft Laganty uitgegeven?
A
60 x 0,20 = 12
B
6.000 x 0,20 = 1.200
C
6.000 : 20 = 300
D
Ze lust geen sushi.

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wisselt bij de bank 500 Amerikaanse dollars in. Hoeveel euro krijg je daarvoor?

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kosten die de bank berekend voor het omwisselen van geld noem je ...
A
wisselkoers.
B
aandelen.
C
provisie.
D
opslag.

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt 150 Amerikaanse dollars. Hoeveel euro betaal je daarvoor?

De provisiekosten zijn € 4.

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt voor een reis naar Denemarken € 250 besteden. De provisiekosten bedragen € 5. Hoeveel kronen kun je voor dat bedrag kopen?

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Je koopt 800 kronen.
Hoeveel euro kost je dat?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vreemde valuta?
A
buitenlands geld
B
wisselkoersen
C
provisiekosten
D
Euro's

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je nog moeilijk aan het rekenen met wisselkoersen?

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind je het nog steeds lastig met wisselkoersen te rekenen? Bekijk dan de uitleg in de volgende video's.

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van de uitleg doormiddel van een video?

Slide 54 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit wil ik nog kwijt over de les:

Slide 55 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions