4.3 Afronden

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De beste wensen voor 2024!

Slide 2 - Diapositive

Planning 
  • iedereen aanwezig en materiaal mee?
  • telefoons op stil en in de telefoonzak?
  • herhaling van voor de kerstvakantie
  • Herkansing H3: Assenstelsels
  • uitleg 4.3 Afronden
  • werken uit het boek 
  • afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Welke waarde heeft de 6 in de volgende getallen?
7608
A
6 x 1
B
6 x 10
C
6 x 100
D
6 x 1000

Slide 4 - Quiz


In welk getal geeft de 4
de duizenden aan?
A
38 400
B
45 675
C
49 432
D
34 567

Slide 5 - Quiz


Hoeveel is de 4 waard in 38,400

A
0,4
B
40
C
0,04
D
400

Slide 6 - Quiz


Hoeveel is de 9 waard in 38,19

A
0,9
B
90
C
0,09
D
9

Slide 7 - Quiz


Wat is een veelvoud van 4?
A
17
B
12
C
10
D
3

Slide 8 - Quiz


Wat is een veelvoud van 3?
A
17
B
12
C
10
D
8

Slide 9 - Quiz


Wat is een deler van 15?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 10 - Quiz


Wat is een deler van 21?
A
2
B
4
C
6
D
7

Slide 11 - Quiz

welke stelling is juist?
A
cijfers en getallen zijn hetzelfde
B
Cijfers zijn 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
C
getallen zijn 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Is het cijfer 9 even of oneven?
A
even
B
oneven

Slide 13 - Quiz

Is het getal 423 even of oneven?
A
even
B
oneven

Slide 14 - Quiz

Is het getal 657199254 even of oneven?

A
Even
B
Oneven

Slide 15 - Quiz


14.000.000 spreek je uit als:
A
14 biljoen
B
14 miljard
C
14 miljoen
D
14 duizend

Slide 16 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
honderdduizend tweeënvijftig
A
1.000.520
B
100.000,52
C
10.052
D
100.052

Slide 17 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4.711
C
470.111
D
47.111

Slide 18 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
vijfenvijftigduizendtweehonderdtwaalf
A
52.012
B
5.512
C
550.212
D
55.212

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

werken uit het boek
Wat?
4.3 Afronden: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
Hoe?
Eerst zelfstandig
Hulp?
buurman/buurvrouw 
Tijd?
20 minuten
Klaar?
Ga verder met 
4.4 Afronden in praktische situaties: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
4.5 Procenten: 78, 80, 81, 82, 83, 84, 88, 90, 91, 93, 94, 99, 100
timer
20:00

Slide 25 - Diapositive

4.3 Afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 26 - Diapositive

Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 27 - Question ouverte

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 28 - Question ouverte

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 29 - Question ouverte

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 32 - Question ouverte

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 33 - Question ouverte

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 34 - Question ouverte

werken uit het boek
Wat?
4.3 Afronden: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
Hoe?
Eerst zelfstandig
Hulp?
buurman/buurvrouw 
Tijd?
20 minuten
Klaar?
Ga verder met 
4.4 Afronden in praktische situaties: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
4.5 Procenten: 78, 80, 81, 82, 83, 84, 88, 90, 91, 93, 94, 99, 100
timer
20:00

Slide 35 - Diapositive

afsluiting
Wat hebben we deze les gedaan:
*Je kunt decimale getallen afronden
*Je kunt afronden op ronde getallen


Wat gaan we de volgende les doen:
*Je kunt afronden in praktische situaties

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo