transitief en intransitief

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

transitief en intransitief

Programma

opening

uitleg transitief en intransitieve werkwoorden

oefening maken/zelfstandig aan de weektaak

afronden

lesdoelen

 Je kunt (Latijnse) 

werkwoorden indelen op transitief en intransitief

Je kunt zelfstandig werken aan de weektaak 

en mijn lestijd efficient indelen

Transitief en intranstief

Transitief = met lijdend voorwerp 

v.b. Pater servum laudat

Intransitief = zonder lijdend voorwerp

v.b. puer currit 

bepalen op basis van betekenis

Actief

praesens

Passief

praesens

transitief

intransitief

incendere

liberare

finire

fugere

parare

dicere

loqui

cantare

gaudere

audiri

waarom moet je dit weten?

1. dat helpt bij vertalen (psolmo)
2. dat hoef ik niet te weten

"PSOLMO"

Persoonsvorm

Samengestelde zin

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Overige zinsdelen

Lesdoelcheck
potiri (bemachtigen)

1. transitief
2. intransitief

Lesdoelcheck
abire (weggaan)

1. transitief
2. intransitief

Lesdoelcheck
amare

1. transitief
2. intransitief

transitief en intransitief

ik heb nog een vraag

ik ga aan oefening B p. 184 (1e helft)

ik ga iets anders van de weektaak doen (Vertalen 24.B a)

weektaak (ook op Teams)

maken

24B.a Livia geeft raadt af + structuur 24B tekst A, vragen 1a t/m d, p. 181 oefenboek

Taaloefenin B en C p. 184 doe alleen de helft van beide oefeningen. 

Lezen/leren

Par. III en IV transtief enintransitief + vraagpartikels 

Synsopsis p. 76 t/m 79 (Schilderkunst en Pompeii) 

Herhalen

Woorden les 8 tm 10+ is ea id (tekstboek p. 213) 

morgen:uitleg vraagpartikels

donderdag: Romeinse kunst + bespreken tekst 24B.a