3.3 Klimaat

3.3 Klimaat
H3 Chili: het land waar de aarde ophoudt
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

3.3 Klimaat
H3 Chili: het land waar de aarde ophoudt

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling paragraaf 3: Klimaat
- Nakijken paragraaf 3
- Maken paragraaf 4 opdracht 1 t/m 5

Slide 2 - Diapositive

Klimaatfactoren

Slide 3 - Carte mentale

Temperatuurfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging en ligging van gebergten
  • Ligging ten opzichte van de zee
  • Windrichting en zeestromen

Slide 4 - Diapositive

Grote windsystemen en Buijs Ballot

Slide 5 - Diapositive

De wind waait van een hoge drukgebied, naar een lage drukgebied. Met op het Noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. (Met de wind in de rug)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Droogte in Chili
Afhankelijk van:
  • Subtropisch hogedrukgebied
  • Humboldtstroom (zeestroom)
  • Het andesgebergte

Slide 8 - Diapositive

Humboldtstroom

Slide 9 - Diapositive

De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een
A
Droog klimaat
B
Nat klimaat

Slide 10 - Quiz

Humboldtstroom
De humboldtstroom is een koude zeestroom. Dit zeewater verdampt minder dan een warme golfstroom. Het zeewater stijgt bij Chili dus niet op en kan ook niet condenseren/regenen.

Slide 11 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Naast de Humboldtstroom zijn er nog drie andere klimaatfactoren in Chili verantwoordelijk voor de droogte, welke twee zijn dit?

Slide 12 - Question ouverte

Droogte in Chili:
- De Humboldtstroom
- Aflandige wind, bevat weinig vocht. Vocht dat wel in de lucht zit bereikt Chili niet door stuwingsregens aan de oostzijde van de Andes. 
- Chili ligt in een hoge drukgebied, hier valt weinig neerslag.

Slide 13 - Diapositive

Maar... El Niño

Opwarming zeewater door omgedraaide lucht- en zeestromen.

Warmer zeewater:
minder vissen
meer verdamping -> neerslag en overstromingen etc. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag
1. Nakijken paragraaf 3
2. Maken paragraaf 4: opdracht 1 t/m 5
3. Klaar? Keuzemenu's maken.

Slide 16 - Diapositive