Spelling (leestekens)

Leestekens...,;!?
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leestekens...,;!?

Slide 1 - Diapositive

Leestekens, waarom?
Het is belangrijk om leestekens te gebruiken, omdat je tekst dan goed leesbaar is. Het zorgt voor een beter tekstbegrip.

Daarnaast wil je ook dit voorkomen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Maak een zin waarin je een komma goed gebruikt.

Slide 4 - Question ouverte

Komma
- Tussen twee persoonsvormen. (Terwijl hij sliep, werd zijn huis versierd.)
- Voor een verbindingswoord (Hij moet naar school, maar wil liever gamen)
- Bij een opsomming. (Ik hou van wandelen, fietsen, lezen en vakantie.)
- Voor een deel van een zin dat geen zelfstandige zin is.
We hebben hard gewerkt aan het verslag, dat nog niet helemaal af was. 
--> We hebben hard gewerkt aan het verslag. Het verslag was nog niet helemaal af. 

Slide 5 - Diapositive

Leestekens
. ! ?
, ; :

Slide 6 - Diapositive

Puntkomma
Je gebruikt een puntkomma als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen. 

Beginnen jullie maar vast; ik kom iets later.

(Je kunt er ook twee losse zinnen van maken, maar dan zie je de samenhang minder)
Beginnen jullie maar vast. Ik kom iets later.


Slide 7 - Diapositive

Dubbele punt
Je gebruikt een dubbele punt als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, waarbij de tweede zin een verklaring of uitleg is (bij de eerste zin). Ook bij een opsomming of citaat gebruik je een dubbele punt.

Mijn Valentijnsdag was erg romantisch: mijn man had rode rozen gekocht. 
In plaats van de dubbele punt kun je er de verbindingswoorden 'want' of 'omdat' bij denken (maar dan natuurlijk met een komma!)
Ik hou van lekker eten: pizza, poffertjes en pannenkoeken.

Slide 8 - Diapositive

Waarom belangrijk?
'Dubbele punt en puntkomma, die gebruik ik toch nooit.'

- Het is belangrijk om de functies van leestekens te begrijpen voor een beter tekstbegrip. 

Slide 9 - Diapositive

De concertkaartjes waren erg populair: er stonden lange rijen voor de kassa.

Het leesteken is correct gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Morgenochtend om 8 uur heeft Alex rijexamen(?) hij moet dus vroeg op staan.
A
:
B
;
C
,
D
.

Slide 11 - Quiz

Jeanet is aan het einde van haar studie Nederlands, ze hoopt volgend jaar af te studeren.

Het leesteken is correct gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welk leesteken had er moeten staan?
'Jeanet is aan het einde van haar studie Nederlands(?) ze hoopt volgend jaar af te studeren.'

Slide 13 - Question ouverte