Herhaling thema 3

• Biologie
• Middelbare school

Welkom bij de les 3B.

Als je de app van Lesson Up nog niet hebt, installeer hem dan nu! Dit gaat via de app store van je telefoon.

Heb je hem al wel? Vul dan de code in die linksonderin je scherm staat (6 cijfers) en log in met je eigen naam! 

We gaan een Quiz doen

Straks verschijnen er allemaal vragen op je scherm, via je telefoon kun je antwoord geven. Soms volgt er nog een korte uitleg na!

Homozygoot/heterozygoot

hom

Aan de hand van kruisingstabellen bereken je..

1. De kans op een bepaald genotype van het nageslacht.
2. De kans op een bepaald fenotype van het nageslacht
3. Allebei de antwoorden zijn goed.

Hoeveel procent van de nakomelingen is bruin?

1. 100%
2. 75%
3. 50%
4. 25%

Bij rundvee is zwartbont dominant (Z) over roodbont (z). Wat is de kans op een zwartbont kalf als beide ouders roodbont zijn?

1. 100%
2. 75%
3. 50%
4. 0%

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard.
Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart.
Hoeveel van de grijze zijn er heterozygoot?

1. 84
2. 56
3. 42
4. 28

Hoe komt het fenotype tot stand?

1. genotype en het milieu
2. DNA
3. uiterlijk
4. chromosomen

Welke genen kom je tegen in een levercel?

1. Alleen genen die te maken hebben met de lever
2. Alle genen die een mens heeft
3. Helft van de genen
4. Kwart van de genen

Genen komen voor in paren.

1. Waar
2. Niet waar

Bevat ieder chromosoom 1 of meerdere genen?

1. 1 gen
2. meerdere genen
3. dat is per chromosoom verschillend
4. dat is niet te zeggen

Waarom is het 23e genenpaar belangrijk?

1. Dit bepaald of je het syndroom van Down hebt of niet.
2. Dit genenpaar is belangrijk om je haar en oogkleur te bepalen.
3. Dit genenpaar bepaald of je man of vrouw bent.
4. Dit genenpaar bepaald wat je genotype is.

Hoeveel chromosomen heeft een mens in totaal?

1. 48
2. 22
3. 23
4. 46

Is R een dominant of recessief gen?

1. Dominant
2. Recessief