Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 180 min
Éléments de cette leçon
Les 3 Financieel
Begroten
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
week 3: begroten
2 weken vakantie
week 4: coderen
week 5: projectadministratie
week 6: financiele administratie
week 7: kleine budgetten
week 8: inhalen
week 9: escaperoom Pets Place
Slide 2 - Diapositive
betekenis
Kosten: Er is sprake van kosten als er een geldbedrag wordt toegerekend aan een periode (om het resultaat te kunnen berekenen). Het geld hoeft niet daadwerkelijk te zijn uitgegeven.
Uitgaven: Uitgaven is een boekhoudkundig begrip voor uitgaande geldstromen (of andere liquide middelen) naar een ander (rechts)persoon.
Opbrengsten of ontvangsten: De opbrengst van een bedrijf of project is het geld dat binnenkomt via een bankrekening of via de kas. Opbrengsten worden met een ander woord omzet genoemd.
Inkomsten: Inkomsten is alles wat iemand als opbrengst van arbeid, onderneming of vermogen verkrijgt, zoals loon, winst, dividend of rente. Met inkomen wordt vaak 'geld' bedoeld maar goederen of diensten kunnen ook tot inkomsten behoren.
Slide 3 - Diapositive
Betekenis
Wat zijn kosten?
Wat zijn uitgaven?
wat zijn opbrengsten?
Wat zijn inkomsten?
Slide 4 - Diapositive
budget
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon, bedrijf, de overheid of een andere instantie te besteden heeft. Een budget is een taakstellende begroting.