De Energie Transitie: Waarom duurzame energie de toekomst is

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De Energie Transitie: Waarom duurzame energie de toekomst is

Paragraaf 4.5: de energietransitie

Leerdoelen

Je kunt na deze les de volgende leerdoelen terugkomen:

Vertel de leerlingen wat ze in deze les zullen leren.

Wat weet jij al over duurzame energie en klimaatverandering?

Voordelen duurzame energie

Duurzame energie heeft twee voordelen: het is beter voor het milieu en het is eindeloos beschikbaar.

Leg uit waarom duurzame energie beter is dan fossiele brandstoffen.

energietransitie

energieneutraal

groene stroom

overstap van fossiele naar duurzame energie

er wordt net zoveel energie verbruikt als geproduceerd

 

elektriciteit opgewekt m.b.v. hernieuwbare energiebronnen

Klimaattop in Parijs en Bonn

Tijdens de klimaattoppen in Parijs en Bonn hebben landen afspraken gemaakt om klimaatverandering tegen te gaan.

Leg uit waarom deze afspraken belangrijk zijn en wat er tijdens de klimaattoppen is besproken.

Uitstoot koolstofdioxide

De maatregelen die landen nemen om de uitstoot van koolstofdioxide tegen te gaan, hebben invloed op de gemiddelde temperatuurstijging op aarde.

Geef voorbeelden van maatregelen die landen nemen en leg uit hoe deze invloed hebben op het klimaat.

Energie Transitie

De overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie noemen we de energietransitie.

Leg uit wat de energietransitie inhoudt en waarom dit nodig is.

Politieke reden Nederland

Nederland (en Europa) willen werken aan de energietransitie vanwege politieke redenen, zoals de afhankelijkheid van olie-import en het verminderen van CO2-uitstoot.

Leg uit waarom Nederland (en Europa) willen werken aan de energietransitie en wat de voordelen hiervan zijn.

Wat zijn politieke redenen voor Nederland (en Europa) om aan de energietransitie te werken?

1. CO2-uitstoot verminderen
2. CO2-uitstoot verhogen
3. Meer olie-import stimuleren
4. Afhankelijkheid van olie-import verminderen

Doelen Nederland

De doelen van Nederland voor de energietransitie zijn: 49% CO2-reductie in 2030 en 95% in 2050, en 16% hernieuwbare energie in 2023 en 27% in 2030.

Laat de leerlingen weten wat Nederland wil bereiken met de energietransitie.

Maatregelen Nederland

De Nederlandse overheid neemt verschillende maatregelen om de energietransitie mogelijk te maken, zoals subsidies voor duurzame energie en het aanleggen van meer windmolenparken.

Geef voorbeelden van maatregelen die de Nederlandse overheid neemt en leg uit waarom deze belangrijk zijn.

Problemen energietransitie

Er zijn verschillende problemen met de energietransitie, zoals de technische ontwikkeling en de kosten.

Leg uit wat de problemen zijn en wat er nodig is om deze op te lossen.

Interactieve vraag

Wat zijn volgens jou de belangrijkste redenen om over te stappen op duurzame energie?

Stel de vraag aan de leerlingen en bespreek de antwoorden met de klas.

Quiz

Test je kennis over duurzame energie en klimaatverandering.

Laat de leerlingen een quiz maken om te zien wat ze hebben geleerd.

Samenvatting

We hebben geleerd wat duurzame energie is en waarom het belangrijk is om over te stappen op duurzame energie. We hebben ook geleerd welke maatregelen de Nederlandse overheid neemt en wat de doelen zijn voor de energietransitie.

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Reflectie

Wat heb je geleerd over duurzame energie en klimaatverandering? Wat vond je het meest interessant?

Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze interessant vonden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.