NL les 3 4B18A en B 2024

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

NL les 3 4B18A en B 2024

Huiswerk: tekst lezen en opdrachten maken 

 huiswerk  bespreken

uniform hygiënisch of afstandelijk.

leestekst

opdracht

woordenschatoefening

Lezen Samengevat blz. 21-23 

Theorie in Samengevat blz. 21-23

Zijn er vragen?

hygiënisch

mits

afstandelijk

mening

hiërarchie

rangorde

Op voorwaarde dat

gereserveerd

schoon

opinie

Wat voor soort tekst is het?

1. informerend
2. instruerend
3. overtuigend
4. amuserend

Hoofdgedachte van de tekst?

argumenten voor uniform
in de tekst

Welke argumenten tegen het gebruik van eigen kleding heb je in de tekst gevonden?

nakijken:

3. Op de 2e bladzijde wordt de mening van Peters over eigen kleding gegeven. Waaraan kun je in de tekst herkennen dat het om een mening gaat? (Er zijn twee antwoorden mogelijk, probeer ze allebei te vinden!)

4. De heer Peters somt een aantal nadelen van privé-kleding op.

 Hoeveel nadelen noemt hij?

Aan welke woorden herken je de opsomming?

 

nakijken:

3. Op de 2e bladzijde wordt de mening van Peters over eigen kleding gegeven. Waaraan kun je in de tekst herkennen dat het om een mening gaat? (Er zijn twee antwoorden mogelijk, probeer ze allebei te vinden!)

Aldus Peters.   En het is een citaat tussen aanhalingstekens
 4. De heer Peters somt een aantal nadelen van privé-kleding op.

 Hoeveel nadelen noemt hij?  vier

Aan welke woorden herken je de opsomming? Hij noemt er één en dan: Ook…… Daarnaast….

 

Waarom is een disposable schort een goed compromis?

Het slot

Wat is de conclusie van dit artikel?

7. a) Het maakt niet uit, uniform of privékleding, als je de hygiënemaatregelen maar goed in acht neemt.

Aan welk woord in de tekst kun je zien dat er een conclusie volgt?   Kortom

Formuleer nu je eigen mening, met argumenten: gaat jouw voorkeur uit naar wel of niet een uniform in de (thuis)zorg?

2e huiswerkopdracht

Even bellen s.v.p.

Wat is het onderwerp van deze tekst? 

Wat is de hoofdgedachte van de tekst

Het is een betoog. Van welke mening wilde schrijver je overtuigen

1. dat mailen veel tijd kost
2. dat we telefoneren moeten oefenen om het niet te verleren
3. dat we vaker zouden moeten telefoneren
4. dat telefoneren niet belangrijk is

Hoe zijn alinea 3 en 4 opgebouwd?

1. De schrijver noemt een argument van mensen die liever mailen en geeft dan een tegenargument
2. De schrijver noemt in alinea 3 de voordelen en in alinea 4 de nadelen
3. De schrijver noemt in alinea 3 de nadelen en in alinea 4 de voordelen
4. De schrijver schrijft wat hij van mailen vindt en geeft daarvoor de argumenten.

Waarom komen sommige mailtjes soms wel 6 keer terug? (alinea 3)

Heeft deze tekst jou overtuigd? Geef je mening en argumenten waarom de tekst je wel of niet heeft overtuigd.

Opdracht voor volgende week

zelfstudie - ik moet examens afnemen