TaalCompleet 2.15

TaalCompleet 2.15
 alsjeblieft, dankjewel
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TaalCompleet 2.15
 alsjeblieft, dankjewel

Slide 1 - Diapositive

geven
  • je geeft iets aan iemand                                

  • ik geef - wij geven                   

  • De hond geeft zijn poot.       
  • Zij geven een mooi cadeau.

Slide 2 - Diapositive

krijgen
  • je mag iets hebben              
  • gratis                                          

  • ik krijg - wij krijgen               

  • Ik krijg een snoepje.            
  • Zij krijgen een mooie pen.

Slide 3 - Diapositive

helpen
  • werkwoord

  • ik help - wij helpen
  • iets doen voor iemand anders.

  • Kun je mij even helpen

Slide 4 - Diapositive

graag gedaan
  • je hebt iemand geholpen.
  • de ander zegt dank je wel 


  • Alsjeblieft, dankjewel. Graag gedaan.

Slide 5 - Diapositive

alsjeblieft
  • als je iets vraagt, zeg je 'alsjeblieft' 
  • als je iets geeft, zeg je 'alsjeblieft'

  • Wil je mij alsjeblieft helpen?
  • Ik wil koffie alsjeblieft.            

Slide 6 - Diapositive

dank je wel
  • je krijgt iets                                
  • je helpt iemand                        

  • Alsjeblieft, dank je wel.        
  • De ober brengt koffie. Je zegt dank je wel.

Slide 7 - Diapositive

Wat zegt de meneer:
A
'alsjeblieft'
B
'lekker'
C
'tot ziens'
D
'dankjewel'

Slide 8 - Quiz

Wat zegt de mevrouw:
A
'alsjeblieft'
B
'lekker'
C
'tot ziens'
D
'dankjewel'

Slide 9 - Quiz

... helpt de vrouw.
A
Alsjeblieft
B
Geeft
C
Iemand
D
Krijgt

Slide 10 - Quiz

De vrouw wil koffie. Ze zegt:
A
Koffie bedankt.
B
Koffie graag gedaan.
C
Koffie alsjeblieft.
D
Koffie geven

Slide 11 - Quiz

De man heeft een vraag. Hij zegt ...
A
Koffie graag
B
Graag gedaan
C
Wil je mij helpen?
D
Krijgen

Slide 12 - Quiz

Je geeft iets. Je zegt:
A
Graag gedaan.
B
Dank je wel.
C
Alsjeblieft

Slide 13 - Quiz

Je krijgt iets. Je zegt:
A
Graag gedaan.
B
Dank je wel.
C
Alsjeblieft

Slide 14 - Quiz

Wil je koffie? Nee, _______.
A
alsjeblieft
B
bedankt

Slide 15 - Quiz

Je geeft iemand een kop koffie.
Je zegt: ...
A
alsjeblieft
B
dankjewel

Slide 16 - Quiz

Je krijgt van iemand een kop koffie.
Je zegt: ...
A
alsjeblieft
B
dankjewel

Slide 17 - Quiz

Je helpt iemand. Je zegt ...
A
alsjeblieft
B
dankjewel
C
bedankt
D
graag gedaan

Slide 18 - Quiz

Je zegt dank je wel tegen de juf. De juf zegt
A
alsjeblieft
B
dankjewel
C
bedankt
D
graag gedaan

Slide 19 - Quiz