Unit 2 Test prep deel 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Programme

Today's goal

Homework check -> language revision

Test prep

Today's goal

At the end of this lesson, you will have practised for the test.

At the end of this lesson, you will know what to expect on the test.

Homework check

Language revision

Listen to the answers, make sure you count your points

27 points is a 5,5

Test Prep optie 1

Je luistert naar mijn uitleg.

Je doet actief mee.

Je laat de leerlingen van optie 2 met rust.

Test Prep optie 2

Je besluit niet te luisteren en gaat ZELFSTANDIG aan MEL of de toets leren.

Je bent stil en veroorzaakt geen overlast voor de leerlingen die wel luisteren. 

Test prep

Verbs of emotions + gerund

Imperative

Must/Mustn't 

To be going to

Verbs of emotion

Dit zijn werkwoorden die vertellen wat je van iets vind. 

In 1 minute, find the 4 verbs of emotions in the dialogue on page 22. 

Verbs of emotion

Don't like, hate, don't mind and prefer -> dialogue

Other verbs of emotion:

Like, dislike, hate, adore, love etc. 

Deze verbs worden ALTIJD gevolgd door een ww +ing (gerund)

Gerund

Geen werkwoord meer, maar een zelfstandig naamwoord. 

I hate swimming -> gerund (swimming is een ding geworden)

I am swimming -> present continuous (swimming is het ww)

Verbs of emotion + gerund

De volgorde is dus altijd:

Verb of emotion + gerund

I love cycling

we love cycling

she loves cycling

Imperatives

Please,  bend your knee.

Bend your knee.

What is the difference between these sentences?

Imperative = gebiedende wijs

Bevel	Come here.
Waarschuwing	Watch out!
Advies	Drink plenty of water.
Verzoek	Don't speak here.
Instructie	Open your books on page 25.

Wat hebben al deze zinnen gemeen?

Imperative = gebiedende wijs

v	hele ww	Keep your head up.
x	don't + hele ww	Don't look down.

Must / Mustn't

Must = 

Mustn't = 

Deze gebruik je in de gebiedende wijs.

Must(n't) altijd NA de persoon. 

You must listen to your body

To be going to            (am/are/is)

v	Persoon + to be going to + stam v/h ww I am going to leave.
x	Persoon + to be not going to + stam v/h ww I am not going to leave.
?	To be + persoon + going to + stam v/h ww Am I going to leave?
SA	yes, I am No, I am not

Homework

Study for test:

Wordbank unit 2A, Wordlist unit 2, Grammar unit 2, Phrases 

 & use your English

DEADLINE MEL 9 DECEMBER