3.2 - Planten

Hoofdstuk 3

Organismen leven samen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3

Organismen leven samen

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 3 - Organismen leven samen

3.1 -  Organismen in hun omgeving
3.2 - Planten
3.3 - Energierijke stoffen
3.4 - Voedselrelaties
3.5 - Kringlopen

Slide 2 - Diapositive

3.1 - Organismen in hun omgeving
Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Wat is geen biotische factor?
A
insecten
B
boom
C
ziekteverwerker
D
water

Slide 4 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 5 - Quiz

Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.

A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet

Slide 6 - Quiz

Welke aanpassing heeft een olifant om om te kunnen gaan met de hoge temperatuur in zijn natuurlijke leefomgeving?

Slide 7 - Question ouverte


Wat voor soort dieren zal
deze kiezen hebben?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 8 - Quiz

Birdy zegt: "Zangvogels die insecten eten hebben een pincetsnavel"
Merel zegt: "Zangvogels die zaden eten hebben een haaksnavel"
Wie heeft er gelijk?
A
Geen van beide
B
Alleen Birdy
C
Alleen Merel
D
Beide hebben gelijk

Slide 9 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Welk soort snavel zie je op de afbeelding? 
A
kegelsnavel
B
pincetsnavel
C
zeefsnavel
D
haaksnavel

Slide 10 - Quiz

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 11 - Quiz

3.2 - Planten

Slide 12 - Diapositive

Doelen van de paragraaf
Je kan benoemen welke organen een plant heeft
Je weet wat de functies van de organen van planten zijn
Je weet welke weefsels in een blad zitten
Je kan uitleggen hoe opname en transport van stoffen in de plant gaat

Slide 13 - Diapositive

Organen van de plant
Wortels – stevig in de grond, opname water en mineralen
Stengel – vervoer stoffen, stevigheid
Bladeren – voedingsstoffen maken (fotosynthese)
Bloem - voortplanting

Slide 14 - Diapositive

Het blad
Weefsels:
Opperhuid – waslaagje tegen verdamping, dikke wanden tegen beschadiging
Nerven – vaten voor stevigheid en transport
Bladmoes – aanmaak glucose
Huidmondjes – verdamping water, opname koolstofdioxide


Slide 15 - Diapositive

Stoffen opnemen

Slide 16 - Diapositive

Vervoer
Vaatbundels
Houtvaten:
- water met mineralen omhoog
- Binnenkant
- Wijd
Bastvaten:
- glucose en andere voedingsstoffen vanuit bladeren
- Buitenkant
- Smal

Slide 17 - Diapositive

Vervoer
Water omhoog ->  tegen de zwaartekracht in
Wortelharen nemen water op door de cellen
Bladeren zuigen het naar boven (zuigkracht)
Veel bladeren = veel verdamping
Grote bomen: tot 1000 liter/dag
Zonnig/warm weer -> huidmondjes sluiten



Slide 18 - Diapositive

Vragen

Slide 19 - Diapositive

Noem de 4 organen van een plant

Slide 20 - Question ouverte

Wat was de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 21 - Quiz

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 22 - Quiz

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar het blad
D
Van het blad af

Slide 23 - Quiz

Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortelharen?
A
watertransport
B
wateropname
C
voedsel maken
D
groei van de plant

Slide 24 - Quiz

Aan het werk
Deze les:
Opdracht 1 tot en met 14 van 3.2
Samenvatten
Mindmap

Tijdens de volgende les:
3.3


Slide 25 - Diapositive