Toets Hoofdstuk 9 - Havo

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze powerpoint is een interactieve toets. Dat betekent dat je dus een antwoord kiest, en ik kan dat zien. Snap je wat er nu gaat gebeuren?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Een vraag kan meerkeuze zijn (zoals hiervoor) of open, zoals deze. Typ 'Ik snap het' in het antwoordenvak

Slide 3 - Question ouverte

Er zullen ook sleepvragen voorbij komen. Deze beantwoord je door het woord naar het juiste vakje te slepen. Oefen dit door de letter A naar getal 1 te slepen, letter B naar getal 2 en letter C naar getal 3
1
2
3
A
B
C

Slide 4 - Question de remorquage

We gaan beginnen!
Veel succes!

Slide 5 - Diapositive

Hoe noem je een groep organen die samenwerkt?

Slide 6 - Question ouverte

Sleep de juiste organen naar de juiste plek in het lichaam
Borstholte
Buikholte
Hart
Dunne darm
Maag
Luchtpijp
Lever

Slide 7 - Question de remorquage

Welke taak heeft het ademhalingsstelsel?
A
Aansturen van organen en spieren
B
Klein maken en opnemen van voedingsstoffen
C
Opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
Vervoeren van bloed

Slide 8 - Quiz

Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Adem-halings-stelsel
Bloed-vaten-stelsel
verte-rings-stelsel
zenuw-stelsel
Spier-stelsel
Luchtpijp
Hart
Lever
Ruggenmerg

Slide 9 - Question de remorquage

Welke stof komt in het bloed vanuit de darmen?

Slide 10 - Question ouverte

Welke stoffen gaan vanaf de spieren naar het bloed?
A
Koolstofdioxide en glucose
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Zuurstof en water

Slide 11 - Quiz

Zet de orgaanstelsels op de juiste plek
Spier
Afvalstoffen
Water
Koolstofdioxide
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel

Slide 12 - Question de remorquage

Zet de uitscheidingsorganen in het vak met 'Uitscheidingsstelsel'
Uitscheidingsstelsel
Dikke darm
Longen
Hart
Huid
Nieren
Dunne darm
Slokdarm
Galblaas

Slide 13 - Question de remorquage

Het onderdeel dat er voor zorgt dat eten niet in je luchtpijp komt heet...

Slide 14 - Question ouverte

Welke rol spelen verteringssappen bij de vertering?
A
Ze bouwen nieuwe cellen met de voedingsstoffen
B
Ze brengen voedingsstoffen uit je voedsel naar je organen
C
Ze gebruiken de energie in voedingsstoffen
D
Ze knippen voedingsstoffen in kleine stukken

Slide 15 - Quiz

In de afbeelding zie je de werking van twee enzymen. Als je onderzoek wilt doen naar de werking van enzymen bij 40 graden, welk van de twee enzymen kan je dan het beste gebruiken?
A
Enzym 1
B
Enzym 2
C
Beide zijn goed
D
Geen van beide

Slide 16 - Quiz

Dit is de slokdarm. Eten gaat normaal in de richting van de pijlen. Op welke plek trekken spieren samen bij overgeven? 1 of 2?

Slide 17 - Question ouverte

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd voor ze kunnen worden opgenomen?
Moet verteerd worden
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen
Eiwitten

Slide 18 - Question de remorquage

Met je eten krijg je ook bacteriën binnen, waardoor kan het dat deze bacteriën geen schade veroorzaken in je darmen?

Slide 19 - Question ouverte

Bij het uitademen gebeurt er iets met je ribben en je middenrif, namelijk...
A
Ribben gaan omhoog, Middenrif wordt bol
B
Ribben gaan omlaag, Middenrif wordt bol
C
Ribben gaan omhoog, Middenrif wordt plat
D
Ribben gaan omlaag, Middenrif wordt plat

Slide 20 - Quiz

In welk onderdeel van de longen komt zuurstof in je bloed?

Slide 21 - Question ouverte

Twee uitspraken:
Uitspraak 1: Ingeademde lucht bevat minder zuurstof dan uitgeademde lucht
Uitspraak 2: Ingeademde lucht bevat minder waterdamp dan uitgeademde lucht
Welke uitspraak klopt of kloppen?
A
Uitspraak 1
B
Uitspraak 2
C
Beide uitspraken
D
Geen enkele uitspraak

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de stof in je rode bloedcellen waar zuurstof aan bindt?

Slide 23 - Question ouverte

Sleep de zinnen naar het juiste vak
WAAR
NIET WAAR
Slagaders brengen bloed van het hart naar organen
Slagaders hebben een dunne wand
Slagaders hebben kleppen
In slagaders stroomt bloed snel

Slide 24 - Question de remorquage

Bij een hartslag zitten verschillende fasen. Bij welke fase gaan de slagaderkleppen open?
A
Samentrekken kamers
B
Samentrekken boezems
C
Hartpauze
D
Hartrust

Slide 25 - Quiz

Via de armslagaders komt er bloed in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 26 - Quiz

Welk bloedvat heeft een hele dunne wand?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 27 - Quiz

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 28 - Quiz

Een zuurstofdeeltje gaat in de longen je bloed in en komt uiteindelijk in een spiertje in je linker kleine teen terecht.
Via welk bloedvat komt het vanaf je longen in je hart?

Slide 29 - Question ouverte

Een zuurstofdeeltje gaat in de longen je bloed in en komt uiteindelijk in een spiertje in je linker kleine teen terecht.
Door welke delen van je hart gaat het zuurstofdeeltje?

Slide 30 - Question ouverte

Dit is het einde van de toets!

Slide 31 - Diapositive

Hoe ging het?
Als je alle vragen goed had, betekent dat dat je het hoofdstuk voldoende hebt begrepen.
Had je meer dan 75% goed, dan is dat voldoende
Had je minder dan 75% goed, dan zal je zeer zeker nog eens naar het hoofdstuk moeten kijken

Slide 32 - Diapositive

Wat vond je van deze manier van het hoofdstuk afsluiten?

Slide 33 - Question ouverte