1.2 Consumeren met en zonder geld

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Fat Bikes
Ben jij voor of tegen de leeftijdsgrens voor fat bikes? Motiveer je antwoord
.
Wat = Schrijf je antwoord op. ( schrift)
Hoe = Doe dit alleen.
Tijd = Hiervoor heb je twee minuten de tijd.
Klaar = Overleg met je buurman of buurvrouw wat je hebt opgeschreven.
Tijd = Hiervoor heb je drie minuten de tijd.


Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen ?
  • Is het gelukt met huiswerk ? ( huiswerk bespreken)
  • Terugblik vorige les.
  • Uitleg consumeren met en zonder geld.
  • Aan de slag
  • Afsluiting 
  • Geen laptop

Slide 4 - Diapositive

Herhaling
Primaire (basis) behoeften <--> Secundaire behoeften
Schaarse goederen <--> Vrije goederen
Gebruiksgoederen <--> Verbruiksgoederen

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen consumeren met en zonder geld
Ik kan uitleggen dat je kunt consumeren met geld.

Ik kan uitleggen dat je kunt consumeren zonder geld.

Slide 6 - Diapositive

Consumeren
  • Consumeren = in je behoeften te voorzien door iets te kopen. Die persoon noem je een consument.

Slide 7 - Diapositive

In je behoeften voorzien
Zelfvoorziening --> zelf producten maken
Consument --> Je koopt goederen en diensten

Slide 8 - Diapositive

De natuur
Schaatsen is ook consumeren want je maakt gebruik van de natuur. ( ijs bevroren)
Houtblok voor je openhaard ( grondstoffen uit de natuur

Slide 9 - Diapositive

Collectieve voorziening
  • worden geleverd door de overheid , voor iedereen
  • Belasting gedeeltelijk of geheel betaald
  • worden soms gedeeltelijk betaald door de consumenten
  • Voorbeelden?

Slide 10 - Diapositive

Collectieve goederen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

Slide 11 - Diapositive

Je kunt consumeren door
kopen van producten
zelfvoorziening
de natuur
het gebruik van collectieve voorzieningen.

Slide 12 - Diapositive

wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 13 - Diapositive

Verschil Welvaart en Welzijn

  • Welvaart = de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien

  • Welzijn = de mate waarin je je gelukkig voelt

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen consumeren met en zonder geld
Ik kan uitleggen dat je kunt consumeren met geld.

Ik kan uitleggen dat je kunt consumeren zonder geld.

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Wat = Opgaven 1 t/m 10 vanaf bladzijde 12
Hoe = Alleen of met je buurman of buurvrouw.
Hulp = Theorie uit boek bladzijde 13+ buurman/buurvrouw. Docent ( steek je vinger op)
Tijd = 20 minuten
Klaar = Je mag het nakijken met mijn nakijkboekje.

timer
20:00

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk 
Maken paragraaf 1.2 Consumeren met en zonder geld

Slide 17 - Diapositive