formuleren herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Antwoorden opdracht 2 blz. 135

1. ouder

2. meest romantische

3. informatiever

4. donkerder

5. beste

6. meest enthousiast

Antwoorden opdracht 3

1. dan

2. als

3. als

4. dan

5. als

6. dan

Antwoorden opdracht 4

1. ik

2. wij

3. jij

4. zij

5. zij

6. hij

Antwoorden opdracht 5

1. dan ik

2. als jij

3. als hij

4. dan zij

Vul in: triest - triester - ........

1. meest triest
2. triest
3. triestst
4. triests

Vul in: braaf - braver - .........

1. meest braaf
2. braavst
3. braafst
4. braaftst

Vul in: raar - raarder - ........

1. meest raar
2. raarst
3. raarderst
4. raarsst

Vul in: Rico is langer .........

1. als ik
2. als mij
3. dan ik
4. dan mij

Vul in: Diego is slimmer .......

1. dan ik
2. dan mij
3. als ik
4. als mij

Vul in: Alkabid is even aardig .........

1. als ik
2. als mij
3. dan ik
4. dan mij

Joran kan veel beter tegen de warmte .......

1. dan ik
2. dan mij
3. als ik
4. als mij

Zijn jouw broers net zo lang .......

1. als jij
2. als jou
3. dan jij
4. dan jou

Onze spelers scoorden vaker ......

1. als hun
2. als zij
3. dan hun
4. dan zij

Romy wil later dezelfde opleiding doen ......

1. als hem
2. als hij
3. dan hem
4. dan hij

verkleinwoorden

huis - huisje

kind - kindje

noteer het verkleinwoord van:
baard

noteer het verkleinwoord van:
dag

noteer het verkleinwoord van:
grap

noteer het verkleinwoord van:
lied

noteer het verkleinwoord van:
ramp

noteer het verkleinwoord van:
recept

soms moet je nog iets anders veranderen:

stoel - stoelTje 

schoen - schoenTje

boom - boomPje

scherm - schermPje

ketting - kettinKje

koning - koninKje

stem - stemMETje

man - manNETje

ring - ringETje

tekening - tekeningETje

maak nu opdracht 2 blz. 137

klaar (thuis): handje opsteken en verder met opdracht 6

1. beweginkje

2. bodempje

3. wandelingetje

4. glaasje

5. vlaggetje

6. kantoortje

7. kommetje

8. oompje

9. paadje

10. stemmetje

11. jongetje

12. campinkje