Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2.3 Electriciteit in huis
2.3
Electriciteit in huis
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
2.3
Electriciteit in huis
Slide 1 - Diapositive
Planning van de les
Terugvragen paragraaf 1 en 2
Korte herhaling paragraaf 3
zelfstandig aan de slag
introductie paragraaf 4
Slide 2 - Diapositive
Welk cijfer heb jij gehaald voor je SO?
A
lager dan een 5
B
tussen 5 en 6
C
tussen 6 en 7
D
hoger dan 7
Slide 3 - Quiz
Een KWh-meter meet
A
De elektrische energie verbruikt in huis
B
De power die verbruikt is in het huis
Slide 4 - Quiz
formule van vermogen is
A
vermogen = spanning / stroomsterkte
B
vermogen = spanning x stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte
Slide 5 - Quiz
Stroomsterkte druk je uit in
A
Volt
B
Ampére
C
Ohm
D
Vermogen
Slide 6 - Quiz
Juist/onjuist:
Apparaten met een klein vermogen zijn energiezuiniger dan apparaten met een groot vermogen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Het energieverbruik in kilowattuur bereken je met de formule E = P ∙ t.
In welke eenheden moet je het vermogen en de tijd invullen?
A
het vermogen in kW en de tijd in minuten
B
het vermogen in W en de tijd in uren
C
het vermogen in kW en de tijd in uren
D
het vermogen in W en de tijd in minuten
Slide 8 - Quiz
Bereken het vermogen in kiloWatt als het vermogen 250 W is.
A
250 000 kW
B
0,250 kW
C
2,5 kW
D
25 kW
Slide 9 - Quiz
Energieverbruik = vermogen x tijd.
Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energieverbruik = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
Energieverbruik = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
Energieverbruik = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
Energieverbruik = 1 x 1.30 = 1.3 kWh
Slide 10 - Quiz
Welk apparaat heeft het hoogste energieverbruik per maand?
A
broodrooster
B
Vaatwasser
C
Wasmachine
D
koelkast
Slide 11 - Quiz
Oefenopgave
Een lamp (230 V, 0.2 A) brand twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht. Bereken:
- P
- E (in J en Kwh)
Slide 12 - Diapositive
Antwoorden
Een lamp (230 V, 0.2 A) brand twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht.
E
=
P
⋅
t
=
3
,
3
⋅
1
0
5
J
E
=
1
0
0
0
4
6
⋅
2
=
0
,
0
9
2
k
W
h
P
=
U
⋅
I
=
2
3
0
⋅
0
,
2
=
4
6
W
Slide 13 - Diapositive
Doelen van de les
De leerling kent de principes van de huisinstallatie.
De leerling kan rekenen met de spanning, stroom en het vermogen in een huisinstallatie
De leerlingen kent de begrippen kortsluiting en overbelasting en kan deze uitleggen en toepassen.
Slide 14 - Diapositive
Huisinstallatie
In een huisinstallatie zijn alle stroomkringen altijd parallel geschakeld.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Huisinstallatie
Slide 18 - Diapositive
Overbelasting
We spreken van overbelasting
als we zoveel stroom vragen,
dat de totale stroomsterkte in
een groep boven de 16 A uitkomt.
We kijken daarbij vaak naar het totale vermogen. Een groep kan maximaal (230 V x 16 A = ) 3680 W hebben.
Slide 19 - Diapositive
Kortsluiting
Bij kortsluiting neemt de stroom
een kortere weg (de weg van de
minste weerstand). Normaal bepaald
een apparaat in de kring hoeveel stroom
er nodig is.
Als de stroom een kortere weg kan nemen, is de weerstand vaak heel erg laag. De stroom wordt dan heel erg hoog en schakeld dan uit.
Slide 20 - Diapositive
Aan de slag
HAVO:
Maak paragraaf 2.3
VWO:
Maken vraag 28, 29, 30, 31, 38, 39
Wanneer:
Nu in de les, wat niet af is doe je in de komende week
Klaar?:
kijk naar paragraaf 1 + 2. Wat kende je daar niet goed van (denk aan de SO). Zorg dat je daarvoor gaat oefenen.
Slide 21 - Diapositive
Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom
Slide 22 - Quiz
Randaarde zit op apparaten met:
A
Een houten omhulsel
B
Een metalen omhulsel
Slide 23 - Quiz
Apparaten hebben vaak een kunstof omhulsel. Dit bied bescherming voor:
A
Het huis
B
De mens
Slide 24 - Quiz
De aardlekschakelaar beschermt:
A
Het huis
B
De mens
Slide 25 - Quiz
De aardlekschakelaar onderbreekt de stroomkring als:
A
Het stroomsterkte verschil kleiner is dan 30 mA
B
Het stroomsterkte verschil groter is dan 30 mA
Slide 26 - Quiz
Het is toch helemaal fout gegaan, en een huisgenoot staat onder stroom. Ik:
A
Grijp hem vast en trek hem weg van de bron.
B
Ik pak een houten bezemsteel en sla hem weg van de bron.
Slide 27 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
2.2 Electriciteit in huis
Novembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
2.2 Electriciteit in huis
Septembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
2.2 Electriciteit in huis
Octobre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H1 herhaling H1.3 en H1.4
Septembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
V3 1.4
Octobre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§6.4 Veiligheid
Mars 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
§6.4 Veiligheid - les 1
Mai 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3KGT 5.2 De huisinstallatie
Mars 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3