Schuren (eerste leerjaar, herhalen in tweede leerjaar)

Techniekles over: Schuren 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekBasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Techniekles over: Schuren 

Slide 1 - Diapositive

Doel:
  • scherpe kanten eraf
Waarom schuren we materiaal?

Noem drie redenen:
  • .....
  • .....
  • .....

Slide 2 - Diapositive

Techniek

Schuren

We schuren om een mooi en glad resultaat te krijgen(1), de scherpe randjes eraf te schuren (2) of om een bepaalde  vorm te krijgen (3).

Slide 3 - Diapositive

  1. Wat voor schuurpapier heb ik nodig?
  2. Welke korrelgrootte heb ik nodig voor de klus?
  3. Schuur ik met de hand of met de machine?

Slide 4 - Diapositive

Schuurvellen
Schuursponzen
Schuurpads
Schuurkussens
Schuurgaas
Schuursheets
Schuurlint
Schuurvezel
Schuurrollen
Schuurwol

Slide 5 - Diapositive

schuurpapier

Slide 6 - Diapositive

Schuurvezel voor het reinigen en schuren van te solderen of te verlijmen oppervlakken zoals o.a. metalen en kunststof leidingen, buizen en fittingen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Grof of fijn schuurpapier?
De korrelgrootte wordt aangeduid met een cijfer. Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. Werk bij schuren altijd van grof naar fijn.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Voor de gezondheid is schuren niet zo heel goed omdat je fijnstof inademt. Hoe kun je stofvrij schuren?

Slide 11 - Diapositive

  • Nat schuren
  • Schuren met stofafzuiging

Slide 12 - Diapositive

Nat schuren
Hiervoor heb je waterbestendig schuurpapier nodig. Meestal zijn dit grijze schuurvellen die zeer flexibel zijn en na een schuurbeurt makkelijk kunnen worden uitgewassen.

Slide 13 - Diapositive

Met stofafzuiging
Dit betekent dat de schuurmachine over een aansluiting (adapter) beschikt voor een externe stofzuiger. 

 Bij  schuurmachines wordt het stof door de luchtgaten in de schuurzool afgevoerd naar de externe stofzuiger.

Slide 14 - Diapositive

vlakschuurmachine
bandschuurmachine

Slide 15 - Diapositive

deltaschuurmachine
bandschuurmachine

Slide 16 - Diapositive

10 minuut schuurwedstrijd
Je krijgt twee vellen schuurpapier. Je gaat de bovenkant en de zijkanten schuren. Denk ook aan de randjes.
Zet je naam op de onderkant!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Gezondheid

Slide 19 - Diapositive

Met de hand schuren
Voor een kleine, simpele klus of tussen twee lakbeurten door kun je prima met de hand schuren. 

een schuurblok waar je het papier omheen wikkelt.  
op te vouwen 
of een schuurspons gebruiken.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

welke korrel hoort bij wel schuurpapier
fijn schuurpapier
zeer fijn schuurpapier
grof schuurpapier
korrel 60
korrel 120
korrel 240

Slide 22 - Question de remorquage

Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk. Bijvoorbeeld het verwijderen van roest of het verwijderen van een oude, bladderende verflaag.
Middelgrof schuurpapier (korrel 80 – korrel 120) gebruik je voor het afronden van hoeken en het fijner schuren vóór het schilderen.
Fijn schuurpapier (korrel 120 – korrel 180) komt van pas na het aanbrengen van een laag grondverf.
Zeer fijn schuurpapier (korrel 200 – korrel 600) gebruik je na het aanbrengen van een laklaag.

Slide 23 - Diapositive

Als je schuurt doe je dat


* houtnerf zijn de lijnen in het hout
A
met de houtnerf mee
B
tegen de houtnerf in

Slide 24 - Quiz

Als je schuurt ga je van fijn naar grof om het beste resultaat te krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Als je buiten schildert en je papier wordt nat dan is dat niet zo erg. Schuurpapier kan hier goed tegen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Een bandschuurmachine gebruik je om
grote oppervlakten te schuren.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Door de vorm van de Multi schuurmachine
kun je deze gebruiken om ook in hoekjes te komen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

De Multi schuurmachine gebruik je alleen
voor kleinere oppervlaktes

A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive