HAVO 2 HS 2 LES 4

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
  - overhoren hw( E en F)
  - uitleg gram. H  
  - maken opdrachten Bron H 
  - Slim Stampen H
                
               LESDOEL
Aan het einde van deze les kun je regelmatige werkwoorden op -er toepassen.

Slide 2 - Diapositive

VERTAAL: het ijsje

Slide 3 - Question ouverte

VERTAAL: de mobiele telefoon

Slide 4 - Question ouverte

VERTAAL: de badkamer

Slide 5 - Question ouverte

VERTAAL: de tuin

Slide 6 - Question ouverte

VERTAAL: het zwembad

Slide 7 - Question ouverte

VERTAAL: Ik woon in Parijs.

Slide 8 - Question ouverte

VERTAAL: uitnodigen

Slide 9 - Question ouverte

VERTAAL: helaas

Slide 10 - Question ouverte

VERTAAL: Waar woon jij?

Slide 11 - Question ouverte

VERTAAL: Ik woon in Parijs.

Slide 12 - Question ouverte

VERTAAL: Ik vind mijn slaapkamer leuk, hij is groot.

Slide 13 - Question ouverte

VERTAAL: Er staat een bed in en een bureau.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord -er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Slide 16 - Quiz

Een regelmatige werkwoord ......
A
begint altijd met -er
B
eindigt altijd op - er

Slide 17 - Quiz

Hoe vervoeg je regelmatig werkwoord op -ER ?
A
stam (= ww - ER) + uitgang
B
hele werkwoord + uitgang
C
alleen de stam
D
je eet een ezeltje met een eskimo

Slide 18 - Quiz

Is Venir een regelmatig werkwoord?
A
Vrai
B
Faux

Slide 19 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillez
D
travaillent

Slide 20 - Quiz

wat is het regelmatige werkwoord van:
on
A
on donne
B
on donnst
C
on donnen
D
on doonez

Slide 21 - Quiz

danser - elle ...
A
dansons
B
danses
C
danse
D
dansez

Slide 22 - Quiz

manger - je ...
A
manger
B
mangez
C
manges
D
mange

Slide 23 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)
A
parlont
B
parlons
C
parlez
D
parles

Slide 24 - Quiz

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 25 - Question de remorquage

Bron H
Overnemen schema H blz. 91
Maken opdrachten H hoofdstuk 2 (30 t/m 33)
    Klaar met maakwerk: Slim Stampen H

Les Devoirs( het huiswerk):      
                        - maken opdrachten 7 t/m 12  hoofdstuk 4            
                             - leren A t/m H hs 2  en maken Bilan( proeftoets)                   


            

Slide 26 - Diapositive

Afsluiting:

Ik heb deze les iets nieuws geleerd
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Slide 29 - Diapositive