7-3 Zwaartekracht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

7-3 zwaartekracht

(blz. 133)

Wat weet je al

• verschillende soorten krachten noemen en weergeven met een symbool;
  
• drie soorten gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  
• aangeven dat een kracht altijd werkt op een voorwerp;
  
• Een kracht is te vergelijken met een pijl
• Een kracht meet je met een veerunster
• Rekenen met een krachtenschaal

aan het einde van de les kan/ken je...

• met een formule de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
  
• uitleggen hoe je het zwaartepunt bepaalt;
  
• de zwaartekracht tekenen.

Zwaartekracht

Aantrekkingskracht van een hemellichaam op een voorwerp.

Hoe groter het hemellichaam hoe groter de zwaartekracht

Op de maan is de zwaartekracht 6x kleiner dan op aarde en op Jupiter is de zwaartekracht 2,5 x groter dan op aarde

Formule

F_z = Zwaartekracht (N)

m = massa (kg)

g = gravitatieconstante (10m/s²)

F​z​​=m⋅10

grootheidd	symbool	eenheid	symbool
massa			kg
	F		N

opdracht samen

1) Bereken de zwaartekracht op een appel van 0,3kg

2) Bereken de zwaartekracht op een vogel van 200g

Gegeven

Gevraagd

Formule

Invullen

Resultaat

Eenheid

Controle

vb

Bereken de zwaartekracht op een etui van 250 gram

Zwaartepunt

Dit is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Het zit in het midden van de voorwerp.

Dit vind je door een X te maken (aangrijpingspunt is in het midden)

huiswerk: 7.3

opdr 27 t/m 35

Je werkt hier de rest van de les rustig aan.