WEBB - H1 Marktresultaat en Overheidsinvloed (1.17 t/m 1.19)

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Je kunt: 
- PS en CS arceren
- PS en CS berekenen
- veranderingen van vraag- en aanbodlijn beredeneren én invloed op PS en CS aangeven.
- verband uitleggen tussen betalingsbereidheid en vraagfunctie
- verband uitleggen tussen leveringsbereidheid, marginale kosten en aanbodfunctie.
Deze les leer je: 
- veranderingen in het surplus aan twee verschillende oorzaken toeschrijven; 
- verklaren dat de som van het CS en het PS de maatstaf is om maatschappelijke welvaart te meten; 
- uitleggen dat er sprake is van een Pareto-efficiënte situatie als het CS en het PS maximaal is. 

Slide 2 - Diapositive

Perfecte markt
Een perfect werkende markt (volkomen concurrentie) levert een evenwichtssituatie op waarbij de som van producenten- en consumentensurplus maximaal is.
Omdat het surplus gezien kan worden als een maatstaf voor efficiëntie, levert een evenwichtssituatie dus de meest optimale/efficiënte uitkomst op.

Slide 3 - Diapositive

Pareto-optimaal of Pareto-efficiënt

Een marktuitkomst is Pareto-optimaal wanneer de som van consumenten- en producentensuplus maximaal is. Het is de meest efficiënte uitkomst van een markt.

Een uitkomst is doelmatig of efficiënt als er weinig middelen nodig zijn voor het behalen van het resultaat van die activiteit. Anders gezegd, wanneer er zo min mogelijk offers gebracht hoeven worden voor het resultaat.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Twee beweringen over Pareto-efficiënt.
I. Als door een transactie de welvaart van Pieter stijgt en die van Frans gelijk blijft was de oorspronkelijke situatie Pareto-efficiënt.
II. Als door een herverdeling de welvaart van Pieter daalt en die van Frans meer stijgt ontstaat er een Pareto-efficiënte situatie.
Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
Beide zijn goed
B
I is goed, II is fout
C
I is fout, II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 6 - Quiz

Waarom toch naar een markt met onvolkomen concurrentie?
- homogeniteit van producten (consumenten betalen liever meer en hebben veel te kiezen)
- gebrek aan innovaties

Slide 7 - Diapositive

Waarom zou er in een markt van volkomen concurrentie gebrek aan innovaties zijn?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een patent of octrooi?

Slide 9 - Question ouverte

Het is ook mogelijk om de concurrentie uit te schakelen door het verkrijgen van een octrooi.

Andere partijen mogen een aantal jaren lang het product niet namaken, verkopen of invoeren.

Het bedrijf wordt dan monopolist: de enige verkoper op de markt

Zo kan een bedrijf de ontwikkelkosten terugverdienen

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maken H1.17 t/m 1.19
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 11 - Diapositive