Nederlands - Woordenschat - DE - H3

• Burgerschapsonderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

NEDERLANDS

WOORDENSCHAT DIENSTVERLENING EN ECONOMIE

3. WERKEN IN DE WINKEL

Maak opdracht 1

bladzijde 30

Welk product past bij een drogist?

1. 
2. 
3. 
4. 

Noem een ander soort winkel dan een drogist.

WERKEN IN DE WINKEL

Bladzijde 31 t/m 33

Welke zin klopt?

1. Aan de kassa scant de kassamedewerker de barcode op verpakking van de boter, zodat ze weet hoeveel het kost.
2. De detailhandel koopt artikelen van een fabriek en verkoopt die aan de groothandel.
3. Als je gepast betaald, dan krijg je wisselgeld terug.
4. Als je garantie hebt op een product, dan heb je recht op een goed assortiment.

Maak opdracht 2 t/m 12

bladzijde 34 t/m 41

Wat herken je in het volgende filmpje?

       Maak een kloppende zin met het woord.

Maak opdracht 13

bladzijde 41

Welke woorden uit de tekst van opdracht 13 vind je lastig?

WERKEN IN DE WINKEL 2

Bladzijde 41 t/m 44

Welke woorden herken je op de foto?

Wat betekenen de behandelingsetiketten op deze doos?

Maak opdracht 14 t/m 24

bladzijde 44 t/m 51

Sleep de woorden naar de afbeelding die erbij hoort. Niet alle woorden zijn van toepassing.

Houdbaarheidsdatum

Schap

Display

Vitrine

Spiegelen

Sorteren

Transportverpakking

Representatief

Doorverwijzen

Efficiënt

Maak opdracht 25

bladzijde 51

       Maak een kloppende zin met het woord