kijk en luister

kijk en luister
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

kijk en luister

Slide 1 - Diapositive

Kijken en luisteren

Slide 2 - Diapositive

waar let je op bij een kijkfragment?

Slide 3 - Carte mentale

Bekijk het videofragment 
Luister goed naar de inhoud van de tekst.
Maak aantekeningen bij het fragment.

 Daarna krijg je vragen om te beantwoorden!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is het onderwerp van het fragment?

Slide 6 - Question ouverte

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Wat is het spreekdoel?
A
Informeren
B
Uitleggen
C
Amuseren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz

Over welke stad wordt er gesproken in het filmpje?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe lang is het geleden dat men een "witte haai" gezien heeft?

Slide 9 - Question ouverte

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Hoeveel haaien werden er voor deze periode gezien per jaar?
A
100
B
150
C
500
D
200

Slide 10 - Quiz

Wat is de oorzaak dat de witte haai niet meer gezien wordt?

Slide 11 - Question ouverte

Welke haaien zie je nu ook steeds minder?

Slide 12 - Question ouverte

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Waarom zie je deze kleine haaien (hondshaai en soepvinhaai) minder?
A
vervuiling van de zee
B
door bevissing
C
ze worden opgegeten
D
door ziekte

Slide 13 - Quiz

Wat is het gevolg van minder kleine haaien in de zee?

Slide 14 - Question ouverte

Wat bedoelt de man op de boot dat het voelt alsof een arm of been geamputeerd is?

Slide 15 - Question ouverte

Gesproken tekst en beeld
- vullen elkaar aan
 - geven ondersteuning
- soms alleen versiering

Slide 16 - Diapositive

kijk naar het volgende filmpje

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Waarom gebruikt een weerman beelden bij zijn uitleg?
A
ondersteuning van zijn praatje
B
versiering
C
kijker ziet dan zelf hoe warm of koud het wordt
D
op deze manier vult het beeld de tekst aan

Slide 19 - Quiz

Goed Kijken en Luisteren
Om een kijk- of luisterfragment goed te kunnen begrijpen, let je op de
volgende dingen:

Het onderwerp – Dit wordt vaak genoemd in het begin.
De hoofdgedachte – Die wordt vaak aan het begin of aan het eind genoemd.
De verschillende deelonderwerpen.
De signaalwoorden – Zij helpen je om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
De functie van de beelden – Ze geven belangrijke informatie of trekken de aandacht.
Het doel van de programmamaker.

Slide 20 - Diapositive

Informatie selecteren
Als je luistert en kijkt om informatie te selecteren, moet je goed letten op: 

–  het onderwerp van het programma;
_  het programmadoel;
_  de verschillende deelonderwerpen;
_  de mening van personen die aan het woord komen.

Het onderwerp en de deelonderwerpen worden soms in het begin van het programma verteld. De deelonderwerpen worden daarna een voor een uitgelegd.

Slide 21 - Diapositive

Signaalwoorden
Wanneer jij deze uit het hoofd weet is het doel van het filmpje sneller duidelijk. 

Het is ook makkelijker, want zo herken je sneller het doel van de spreker.(ook zeer belangrijk voor het onderdeel leesvaardigheid).

Slide 22 - Diapositive

Kritisch kijken en luisteren
Je moet kritisch kijken en luisteren om na te gaan of de beelden en de informatie betrouwbaar zijn. 

Let op:
het soort programma: documentaire, reportage, realityprogramma
de gegeven informatie: is de informatie volledig en juist
de persoon die informatie geeft: is de persoon onpartijdig en deskundig?
het doel van de programmamaker: maakt hij reclame of wil hij informeren?

Slide 23 - Diapositive

Informatie selecteren
Zo selecteer je informatie:

Soms worden in de opdracht aandachtspunten genoemd waarop je extra moet letten tijdens het kijken. Lees die punten goed door voor je gaat kijken.

Concentreer je niet alleen op wat gezegd wordt, maar ook op de beelden.

Let op signalen van de sprekers, zoals: Ik zal een aantal voorbeelden noemen…Een nadeel is wel…

Luister goed naar woorden die met nadruk worden uitgesproken. Deze zijn vaak belangrijk.

Maak aantekeningen. Schrijf alleen de hoofdzaken op (steekwoorden).

Slide 24 - Diapositive

Kijken en luisteren 
naar instructies

In een instructie wordt uitgelegd hoe je iets moet doen. Een instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen die je in een vaste volgorde moet uitvoeren. 

Let op:

de inleiding: hier wordt het onderwerp genoemd
de signaalwoorden: deze geven de volgende stappen aan, zoals: de eerste stap, daarna en uiteindelijk
de werkwoorden: deze vertellen wat je moet doen

Slide 25 - Diapositive

Kijken en luisteren 
naar een interview
Informatie krijg je door te luisteren wat iemand zegt, maar ook door hoe iemand iets zegt.
- houding, gezichtsuitdrukking, intonatie (stemgebruik)
Let goed op: 
de interviewer: maakt hij oogcontact. laat hij merken dat hij luistert
de geïnterviewde: zit hij ontspannen, laat hij emoties zien, entwijkt hij vragen
het taalgebruik: letterlijk en figuurlijk

Slide 26 - Diapositive

Kijken en luisteren 
naar een discussieprogramma


In discussieprogramma's praten mensen onder leiding van een gespreksleider over een onderwerp. Het zijn vaak meningvormende discussies. 

Let op:
het onderwerp: welke mening wordt er gegeven en wat zijn de belangrijkste argumenten.
de uitspraken: is het een mening, argument of een conclusie?
luister kritisch: met welke sprekers ben jij het eens of oneens en waarom?

Slide 27 - Diapositive