5.3 Einde van de wereldrijken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Paragagraaf 5.3

Einde van wereldrijken

Leerdoelen

• Je weet wanneer dekolonisatie plaatsvond.
• Je kunt een paar fases noemen van de dekolonisatie van Indonesie.
• Je weet wanneer Nederland de onafhankelijkheid van Indonesie erkende.
• Je weet wanneer Marokko en Suriname onafhankelijk werden.
• Je kan uitleggen wat het verschil ia tussen de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesie en die van Marokko en Suriname.
• Je weet welke eilanden van de Nederlandse-Antillen horen bij het koninkrijk Nederland en als gemeente en welke eilanden er zelfstandig zijn.

Dekolonisatie

• Kolonies van Europese landen werden na W.O. II onafhankelijk
• In sommige kolonies verliep dit vreedzaam, in andere met geweld

Voorbeelden in deze paragraaf: Indonesie, Marokko, Suriname en de Antillen

 

Belangrijke begrippen

1. Moederland: Europees land dat de macht heeft

2. Onafhankelijk: Niet afhankelijk zijn van een ander land of van een andere persoon

Indonesie

Bekijk op de volgende dia de aflevering over Indonesie en beantwoord daarna de vragen.

www.hetklokhuis.nl

Hoe zijn Indische mensen en dus ook Indische gerechten in Nederland terecht gekomen?

Wanneer werd Oost-Indië (huidige Indonesië) een kolonie van Nederland?

1. 1795
2. 1815
3. 1830
4. 1915

Beschrijf wat de oorlog voor een gevolgen had op de Nederlanders en het bestuur van Nederland

Wat gebeurde met Indonesië direct na de Tweede Wereldoorlog?

1. De onafhankelijkheid werd door NL geaccepteerd
2. Nederland kreeg makkelijk het bestuur weer in handen
3. Soekarno kwam volledig aan de macht
4. Nederland stuurde troepen om de opstand neer te slaan

Hoelang had Nederland nog gevochten voordat Indonesië onafhankelijk werd?

1. 2 jaar
2. 3 jaar
3. 4 jaar
4. 5 jaar

Hoe worden de militaire acties van Nederland na W.O. II in dit clipje genoemd? Zoek in je boek op wat dit begrip betekent (par. 5.3)

Wat vind jij? Had Nederland eerder excuses moeten aanbieden voor alle wandaden die in Indonesië verricht zijn? Leg uit met welke mening je het eens bent of juist niet.

Maken:

Taak 5, alle vragen. Huiswerk volgende les.