Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Spijsvertering deel 4
(dikke darm)
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan de functies van de lever toelichten.
Je kan de werking/nut van de blinde darm, appendix, dikke darm en endeldarm uitleggen.
Je kan de verschillen en gelijkenissen tussen het spijsverteringsstelsel duiden tussen herbivoren, omnivoren en carnivoren.
Slide 2 - Diapositive
Bekijk de volgende filmpjes over de lever en de dikke darm. Neem voldoende notities tijdens het bekijken en beluisteren van dit filmpje.
Je verkrijgt vragen na elk filmpje.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Hoeveel aminozuren kan de lever zelf aanmaken, zonder afkomstig te zijn uit ons voedsel?
A
20
B
10
C
8
D
2
Slide 5 - Quiz
Bepaalde aminozuren noemt men de semi-essentiële amminozuren. De lever kan ze aanmaken vertrekkende van aminozuren uit ons voedsel. Hoeveel semi-essentiële aminozuren hebben wij?
A
20
B
10
C
8
D
2
Slide 6 - Quiz
Wat is geen taak van de lever?
A
afbraak van virussen zoals hepatitis B
B
omvormen van cholesterol tot galzouten
C
omvormen van aminozuren
D
omzetten van glucose tot glycogeen en vervolgens tot triglyceriden
Slide 7 - Quiz
Als een lever (door bijvoorbeeld alcohol) begint te verschrompelen, hoe noemt men dat?
A
leververvetting
B
levercirrose
C
leverbillirubine
D
levervilli
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Wat is fermentatie?
A
Het afbreken van organische stoffen zonder de aanwezigheid van zuurstofgas.
B
Het afbreken van organische stoffen in de aanwezigheid van zuurstofgas.
C
Het afbreken van anorganische stoffen zonder de aanwezigheid van zuurstofgas.
D
Het afbreken van anorganische stoffen in de aanwezigheid van zuurstofgas.
Slide 10 - Quiz
Welke stelling is correct voor de bacteroides?
I. Ze komen alleen voor bij mensen met obesitas. II. Ze zijn gespecialiseerd in de afbraak van sachariden.
A
alleen I is correct
B
alleen II is correct
C
beide zijn correct
D
beide zijn foutief
Slide 11 - Quiz
Welke stelling is correct?
I. De binnenste kringspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel. II. Bij een te hoge druk in de endeldarm, komt de ontlasting automatisch.
A
alleen I is correct
B
alleen II is correct
C
beide zijn correct
D
beide zijn niet correct
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Hoe verkrijgt een koe zijn aminozuren binnen?
A
in gras zitten er genoeg
B
ze eten bacteriën op
C
ze eten af en toe proteïnerijk vlees
D
ze eten ook eiwitrijke planten
Slide 14 - Quiz
Ga nu naar Smartschool om de bookwidget over het spijsverteringsstelsel te maken.