Bijstelling

Redekundig ontleden
Bijstelling
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Redekundig ontleden
Bijstelling

Slide 1 - Diapositive

Wat je al weet en kunt

  • Je kunt een zin in zinsdelen verdelen.
  • Je kunt de zinsdelen benoemen: van persoonsvorm t/m bijwoordelijke bepaling.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de bijstellingn op de juiste manier noteren

Slide 3 - Diapositive

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.

Slide 5 - Question de remorquage

Bijstelling
  • Ook een bijstelling is geen zinsdeel, maar wel een onderdeel van een zinsdeel. 
  • Een bijstelling staat altijd tussen komma's of na een komma. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 


Slide 6 - Diapositive

 verschil bvb en de bijstelling

Het verschil met een bijvoeglijke bepaling is dat:

- een bijstelling direct achter het zelfstandig naamwoord staat,
- een bijstelling nooit een werkwoordsvorm bevat,
- en daarbij staat een bijstelling vrijwel altijd tussen komma's.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden van bijstellingen
  1. Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.
  2. Het onderzoek werd geleid door de heer Pietersen, een deskundige op het gebied van belastingfraude.
  3. De heer Lubbers, de toenmalige minister-president, kon zich van dat voorval niets herinneren.

Slide 8 - Diapositive

Wat is waar over de bijstelling? Kies de twee goede antwoorden.

Een bijstelling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zelfstandig zinsdeel.

Slide 9 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Mevrouw Van Vianen, lerares op Calvijn, is dol op hardlopen.
Wat is de bijstelling?
A
Merouw Van Vianen is een bijstelling
B
'Lerares op Calvijn' is een bijstelling.

Slide 10 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?

Hij heeft een MOOIE fiets.
A
Bijstelling
B
Bijvoeglijke bepaling

Slide 11 - Quiz

Is hier sprake van een bijstelling?


Hij is enkele jaren getrouwd geweest.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Is hier sprake van een bijstelling?


Mireille, mijn buurmeisje, heeft nu ook griep.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz