Examentraining - examenkennis

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examentraining Nederlands

Examenkennis

De hoofdgedachte van een tekst is...

1. het onderwerp van een tekst
2. in één zin samengevat waar de tekst over gaat
3. de belangrijkste alinea
4. de kernzin van de eerste alinea

Door een signaalwoord...

1. kun je een tekstverband vinden.
2. weet je waar je op moet letten.
3. snap je wat er eerder in de zin al is gezegd.
4. snap je de alinea beter.

Het doel van een reclametekst is meestal...

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. activeren

Op welke drie verschillende dingen word je beoordeeld bij de schrijfopdracht?

1. spelling, formulering en inhoud
2. interpunctie, inhoud en conventies
3. inhoud, hoofdlettergebruik en komma's
4. taalgebruik, conventies en inhoud

De aanleiding van het schrijven is...

1. het gevolg van de schrijfopdracht
2. de feiten die je bij het onderwerp op hebt gezocht
3. de reden voor het schrijven
4. de conclusie bij het probleem

Wat is de juiste spelling van de volgende aanhef?

1. Geachte mevrouw De Boer
2. Beste mevrouw De Boer
3. Geachte mevrouw de Boer
4. Geachte vrouw Boer

Letterlijk herhalen van wat iemand gezegd of geschreven heeft, heet:

1. overtuigen
2. citeren
3. herhalen
4. argumenteren

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'maar' aan?

1. opsomming
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstelling
4. vergelijking

Het signaalwoord 'dus' geeft het volgende tekstverband aan:

1. conclusie
2. samenvatting
3. tegenstelling
4. vergelijking

De signaalwoorden 'bijvoorbeeld' en 'zoals' zijn voorbeelden van:

1. een concluderend tekstverband
2. een samenvattend tekstverband
3. een opsommend tekstverband
4. een voorbeeldgevend tekstverband

De jongen ... (missen, vt) de bus.

1. mistte
2. miste
3. misten
4. misste

Ze ... (vergroten, enkelvoud vt) de kans op de eerste plaats.

1. vergrote
2. vergrootte
3. vergrootten
4. vergroote

Ik ... (worden, tt) later een beroemde voetballer.

1. wordt
2. word
3. wortd
4. woord

Kies het woord dat goed gespeld is.

1. mavo-leerling
2. mavoleerling
3. mavo leerling
4. MAVO-leerling

Wat is de correcte slotformule van een zakelijke brief?

1. Vriendelijke groete
2. M.v.g.
3. Hoogachtend,
4. Met vriendelijke groet,

Wat vul je in bij 'referenties' op een cv?

1. contactgegevens van je vorige baan
2. de naam van de directeur van je stage/werk
3. je eigen adres
4. het woonadres van de directeur van je vorige baan

Kies het woord dat goed gespeld is.

1. interesant
2. onmiddelijk
3. verrassing
4. nieuwschierig

De volgende dingen schrijf je met een hoofdletter:

1. dagen van de week
2. maanden van het jaar
3. namen van landen
4. aanspreektitel van familieleden

Kies het woord dat fout gespeld is.

1. agressief
2. accommodatie
3. kopiëren
4. pizzaria