Afsluitende quiz thema 5

Thema 5: vervoer
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: vervoer

Slide 1 - Diapositive

Paragrafen thema 5
5.1 Overlast
5.2 Betaald parkeren
5.3 Mijn auto wordt gerepareerd (passief)
5.4 Alcohol in het verkeer
5.5 Er worden bussen ingezet ('er' + passief)
5.6 Levensgevaarlijk
5.7 Spreekvaardigheden
5.8 Drukte in het verkeer

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent
sporadisch?
A
geregeld
B
af en toe
C
nu en dan
D
veel voorkomend

Slide 3 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van
café?
A
cafés
B
café's
C
cafees
D
cafeeën

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Waarom zijn boeren de dupe van het nieuwe verkeersplan?

Slide 6 - Question ouverte

Mijn fiets wordt gerepareerd.

Welk woord is het voltooid deelwoord?


A
wordt
B
gerepareerd
C
fiets
D
Mijn

Slide 7 - Quiz

Passief of actief?

De zware koffer wordt neergezet.
A
passief
B
actief
C
Ik heb geen idee.

Slide 8 - Quiz

Zoek het lijdend voorwerp:

Ik geef de appel aan mijn kind.
A
Ik
B
geef
C
de appel
D
aan mijn kind

Slide 9 - Quiz

hen of hun?

Ik geef de appel aan...
A
hen
B
hun
C
huh?

Slide 10 - Quiz

Welke aanhef is correct?

Kijk naar de hoofdletters.
A
Geachte heer de vries,
B
Geachte Heer de Vries,
C
Geachte heer De Vries,
D
Geachte heer De vries,

Slide 11 - Quiz

Maak de zin af en gebruik het woord 'volksfeest':

Carnaval is..............................(volksfeest)


Slide 12 - Question ouverte

Spreekwoorden| uitdrukkingen
  • Krakende wagens rijden het langst

  •  Het paard achter de wagen spannen

  • Het vijfde wiel aan de wagen

  • Een kruiwagen hebben

Slide 13 - Diapositive

Betekenis
  • Krakende wagens rijden het langst. = Nieuw hoeft niet beter te zijn. Mensen die vaak ziek zijn worden toch vaak heel oud.

  •  Het paard achter de wagen spannen. = Iets nutteloos doen. Het verkeerd aanpakken.

  • Het vijfde wiel aan de wagen. = Totaal overbodig. 
  • Een kruiwagen hebben. = Geholpen worden.

Slide 14 - Diapositive