Oefentoets Paragraaf 9.2 Onze vertegenwoordigende lichamen

Eerste Kamer.
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Senaat
Tweede Kamer
Europees Parlement
Europese commissie
1 / 32
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Eerste Kamer.
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Senaat
Tweede Kamer
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 1 - Question de remorquage

Eerste Kamer.
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 2 - Question de remorquage

Senaat
Tweede kamer
Europese parlement
Europese commissie

Slide 3 - Question de remorquage

Tweede Kamer
A
Eerste Kamer.
B
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
C
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
D
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 4 - Quiz

Senaat
A
Eerste Kamer.
B
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
C
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
D
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 5 - Quiz

Europese parlement
A
Eerste Kamer.
B
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
C
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
D
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 6 - Quiz

Europese commissie
A
Eerste Kamer.
B
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
C
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
D
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 7 - Quiz

landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
A
Senaat
B
Tweede Kamer
C
Europese parlement
D
Europese commissie

Slide 8 - Quiz

Dagelijks bestuur van de EU.
A
Senaat
B
Tweede Kamer
C
Europese parlement
D
Europese commissie

Slide 9 - Quiz

Eerste Kamer.
A
Senaat
B
Tweede Kamer
C
Europese parlement
D
Europese commissie

Slide 10 - Quiz

Europese Tweede Kamer, met minder macht.
A
Senaat
B
Tweede Kamer
C
Europese parlement
D
Europese commissie

Slide 11 - Quiz

Regeringsleiders van EU-landen die de belangrijke beslissingen nemen.
Ministers van een bepaald vakdepartement. 
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Europese Raad
Raad van de Europese Unie
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 12 - Question de remorquage

Ministers van een bepaald vakdepartement. 
Regeringsleiders van EU-landen die de belangrijke beslissingen nemen.
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 13 - Question de remorquage

Raad van de Europese Unie
Europese raad
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Wat moet er op nummer 1 komen te staan?

Slide 16 - Diapositive

Wat moet erop plek 1 komen te staan?
A
burgemeester
B
Europese parlement
C
kiezers
D
wethouders

Slide 17 - Quiz

Wat moet er op nummer 1 komen te staan?

Slide 18 - Diapositive

Wat moet erop nummer 1 komen te staan?
A
Burgermeester
B
Commissaris van de koning
C
Wethouders
D
provinciale staten

Slide 19 - Quiz

Wat moet er op nummer 1 komen te staan?

Slide 20 - Diapositive

Wat moet op nr 1 komen te staan?
A
gemeenteraad
B
provinciale staten
C
kroon of regering
D
staten-generaal

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Wat moet er op 1 komen te staan?
A
kiezers
B
Staten-generaal
C
Kroon of regering
D
commissaris van de koning

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Wat moet er op 1 komen te staan?
A
Staten generaal
B
Europese parlement
C
gemeenteraad
D
Provinciale staten

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Wat moet erop 1 komen te staan?
A
Burgemeester
B
Europese Parlement
C
Gemeenteraad
D
Kiezers

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Wat moet er op 1 komen te staan?
A
Gedeputeerde staten
B
Commissaris van de koning
C
gemeenteraad
D
Provinciale staten

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Wat moet er op 1 komen te staan?
A
Eerste kamer
B
Tweede kamer
C
Europees parlement
D
kiezers

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive