Leesvaardigheid

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

toetsweek
leesvaardigheid
- Grandes Lignes Chapitre 5 - 6 - 7 
Voca F - N
- Delf - Le Pont

Slide 2 - Diapositive

Chapitre 7
B. Lire


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

B. Lire
exercices
10abcd: leesvaardigheid
11ab - 12 ab: voca

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Partie II
leesvaardigheid 
Chapitre 6
F. Lire
Voyage au Canada

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

p 68 - 69
contrôle prof!

Slide 9 - Diapositive

Au travail!
p 68 - 69 ex 24 ab + contrôle prof
ex 25 c + 26 a + contrôle prof

Voca E + F Chapitre 6
F - NL
Tekst

Slide 10 - Diapositive

Partie III

Slide 11 - Diapositive

Au programme
- correction Delf (vorige les)
- F. Lire Chapitre 7
- Voca F - N (Chapitre 5 - 6 - 7)

Slide 12 - Diapositive

Instructies begrijpen!


Lees altijd goed de vraag.

Slide 13 - Diapositive

Lis l'introduction du texte et regarde la photo.

Slide 14 - Question ouverte

Choisis la bonne réponse.

Slide 15 - Question ouverte

Réponds en néerlandais.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Woordenschat
Hoe meer woorden je kent, hoe makkelijk het wordt om een tekst te begrijpen!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

p 106-107
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Au travail
- exercices de lecture p 106-107 ex 24abc
--> laten nakijken prof!
--> hulp?

- Voca F - N (Chapitre 5-6-7)

- correction Delf

Slide 22 - Diapositive

Partie 4
Voca
Chapitre 7

Slide 23 - Diapositive

p 116

Slide 24 - Diapositive

L'invitation est arrivée
A
possible
B
impossible

Slide 25 - Quiz

Le singe va au cinéma
A
possible
B
impossible

Slide 26 - Quiz

Wanneer een tekst begint met 'la semaine prochaine' dan speelt het zich af in de toekomst
A
waar
B
niet waar
C
dat kan je niet weten

Slide 27 - Quiz

Je porte de nouveaux vêtements
A
Je draagt nieuwe kleding
B
Ik draag nieuwe kleding
C
Jij doet nieuwe kleding aan
D
Ik doe nieuwe kleding aan

Slide 28 - Quiz

vertaal: 'il y a une semaine'

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

surtout
tous les
d'abord
ensuite
presque
alle
vervolgens
ten eerste
vooral
bijna

Slide 31 - Question de remorquage

L'arbre prépare la nourriture dans la cuisine
A
possible
B
impossible

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive


A
men zoekt iemand om op te passen
B
men zoekt een juf
C
men zoekt een ober
D
men is op zoek naar een verdwaald persoon

Slide 34 - Quiz


A
je moet in de ochtend oppassen
B
je moet in de middag oppassen
C
je moet 's avonds oppassen

Slide 35 - Quiz


Wat ga je verdienen?

Slide 36 - Question ouverte


Wat moet je doen als je interesse hebt?

Slide 37 - Question ouverte

LES JOURS DE LA SEMAINE

Slide 38 - Diapositive

dimanche
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 39 - Quiz

vendredi
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 40 - Quiz

jeudi
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 41 - Quiz

samedi
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 42 - Quiz

Lundi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
zondag

Slide 43 - Quiz

Wat is het Franse woord voor dinsdag
A
Lundi
B
Mercredi
C
Mardi
D
Dimanche

Slide 44 - Quiz

Maandag
Dinsdag

Woensdag
Donderdag
Vrijdag

Zaterdag

Zondag
Jeudi
Vendredi
Mardi
Dimanche
Mercredi
Samedi
Lundi

Slide 45 - Question de remorquage