Wat heb je geleerd? Les 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

INSTRUCTIE LES 3

Leerdoelen:

Ik kan coördinaten met decimale getallen correct opschrijven. 

Ik kan coördinaten met decimale getallen in een assenstelsel aflezen en tekenen. 

Schrijf de coördinaten op van de punten die 

geen roosterpunten zijn met een 

decimaal getal. 

Leerdoel:

Ik kan coördinaten in een assenstelsel verbinden

Ik herken een vlakke figuur.

Stap 1: Teken in je schrift een assenstelsel, 

waarbij de x-as van 0 tot 3 loopt en 

de y-as van 0 tot 4 loopt. 

Stap 2: Teken de punten A(3, 4) , B(3, 1) , C(2, 1) 

en D(2, 4) in het assenstelsel.

Stap 3: Verbind A met B, B met C, C met D en D met A.

Stap 4: Schrijf de naam van het vlakke figuur 

dat je hebt getekend in je figuur. 

VLAKKE FIGUREN: 

WAT HEB JE GELEERD?

En wat heb je onthouden?

"Soep proeven"

Je hebt de lesstof nu geoefend.

Je gaat jouw "soep" dus nu voor het eerst proeven.

Is jouw "soep" al lekker?

Of kun je jouw "soep" nog lekkerder maken? 

Blijft herhalen door te oefenen. 

Leerdoel

Ik kan een assenstelsel tekenen.

 Ik kan coördinaten in een assenstelsel zetten tekenen.

Teken een assenstelsel.
Teken in het assenstelsel de punten
D(4; 3,5), E(3, 4) en F(4,5; 1).

Goed heel goed na!

Teken een assenstelsel.
Teken in het assenstelsel de punten:
A (2 , 3) - B (4 , 0) - C (1 , 1½) - D (3½, 4½)

Leerdoel

Ik kan coördinaten in een assenstelsel verbinden.

Ik herken een vlakke figuur.

Stap 1: Teken in je schrift een assenstelsel, waarbij de x-as van 0 tot 3 loopt en de y-as van 0 tot 4 loopt. 

Stap 2: Teken de punten A(3, 4) , B(3, 1) , C(2, 1) en D(2, 4) in het assenstelsel.

Stap 3: Verbind A met B, B met C, C met D en D met A.

Stap 4: Schrijf de naam van het vlakke figuur dat je hebt getekend in je figuur. 

Kijk goed na!

Leerdoel

Ik kan coördinaten met decimale getallen in een assenstelsel aflezen en tekenen.

Ik kan coördinaten met decimale getallen correct opschrijven. 

Teken in hetzelfde assenstelsel van de vorige opdracht
punt E(0; 3,5) en
punt F (3,5; 4,5).

Teken punt E(0; 3,5) en punt F (3,5; 4,5).

E

F

Welke coördinaat heeft punt F?
(typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Welke coördinaat heeft punt H?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Welke coördinaat heeft punt I?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

EVALUATIE
eindopdracht:
Wat heb je geleerd?

1. Ik begrijp alles en heb ook alles goed gemaakt.
2. Ik begrijp alles, maar heb wel wat onnodige fouten gemaakt.
3. Ik begrijp nog niet alles, maar door te blijven oefenen zal dit goedkomen.
4. Ik begrijp nog te weinig en heb daarom nog extra hulp nodig.

Blijf 3 keer per week oefenen, zodat het in je lange termijngeheugen blijft zitten. 

SUCCES!