Weel 8- Review - Listening exercise

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Sanjena
Maria
Jenaf
Karam
Rumyana E
Semret
Mark
Merve
Ebrahim
Eymen
Maua
Ali Y
Kaan
Ivan
Rumyana Y
Maya
Eva
Galen
Correy
Rodi
Hamed
docent

Slide 2 - Diapositive

Today
Listening
Grammar
Exercises

Slide 3 - Diapositive

Goal
Na vandaag kan je praten over dingen die in het verleden gebeurd zijn.

Slide 4 - Diapositive

7

Slide 5 - Vidéo

00:33
.... I saw my mom and me....
A
Ik zie mijn moeder en ik
B
Ik zag mijn moeder en ik

Slide 6 - Quiz

01:28
Why didn't you say anything
A
waarom zeg je niets
B
waarom zei je niets

Slide 7 - Quiz

01:39
You came from this
A
Jij komt uit dit
B
Jij kwam uit dit

Slide 8 - Quiz

01:44
It was just another day at the restaurant
A
het is zomaar een dag in het restaurant
B
het was zomaar een dag in het restaurant

Slide 9 - Quiz

02:13
I waited for someone
A
ik wachtte op iemand
B
Ik wacht op iemand

Slide 10 - Quiz

02:38
Ik bracht je naar binnen
A
I bring you inside
B
I brought you inside

Slide 11 - Quiz

04:15
Waarom vond ik broeken niet leuk?
A
Why don't I like pants?
B
Why didn't I Iike pants?

Slide 12 - Quiz

Verleden tijd
Examples / voorbeelden
  • I waited for someone
  • I saw my mom and me
  • It was just another day
  • I brought you inside
  • you didn't say anything
  • Did I like pants?



Slide 13 - Diapositive

Verleden tijd = past simple

Regelmatig
+      werkwoord + ed
-     Didn’t + hele werkwoord
?      Did + hele werkwoord



  • I walked to school
  • I didn’t walk to school
  • Did I walk to school?

Slide 14 - Diapositive

Verleden tijd = past simple

onregelmatig
+       eigen vorm
-      Didn’t + hele werkwoord
?      Did + hele werkwoord



Bijvoorbeeld: to see
  • I saw my friend
  • I didn’t see my friend
  • Did I see my friend?

Slide 15 - Diapositive

Verleden tijd = past simple

To be
+ was / were
- wasn't / weren't
? was / were





  • I was there / you were there
  • I wasn’t there / you weren’t there
  • Was I there? / Were you there?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Work work work
Ga nu zelf oefenen
klik hier
en hier

Slide 18 - Diapositive