2H - week 23 - Grammatik E

Herzlich Willkommen!
Montag, den 7. Juni 2021
Was machen wir heute?
1) Wiederholung Satzteile.
2) Grammatik E - Der Dativ [uitleg] + Übungen

Doelen van deze les:
Ik kan in een zin de derde naamval bepalen. 
Ik kan de uitgangen van de derde naamval toepassen bij woorden van de DER- en de EIN-Gruppe.


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herzlich Willkommen!
Montag, den 7. Juni 2021
Was machen wir heute?
1) Wiederholung Satzteile.
2) Grammatik E - Der Dativ [uitleg] + Übungen

Doelen van deze les:
Ik kan in een zin de derde naamval bepalen. 
Ik kan de uitgangen van de derde naamval toepassen bij woorden van de DER- en de EIN-Gruppe.


Slide 1 - Diapositive

1e naamval
2e naamval
3e naamval
4e naamval
DATIV
AKKUSATIV
NOMINATIV
GENITIV
onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bezitsrelatie
WIE/WAT + gezegde
WIE/WAT + gezegde + onderwerp
AAN WIE/ VOOR WIE + gezegde + onderwerp

Slide 2 - Question de remorquage

DER- en EIN-Gruppe 
De man kust de vrouw. / Een man kust een vrouw.
Der Mann küsst die Frau. / Ein Mann küsst eine Frau.

De vrouw kust de man. / Een vrouw kust een man.
Die Frau küsst den Mann. / Eine Frau küsst einen Mann.

De vrouw geeft de man een kus. / Een vrouw geeft een man een kus.
Die Frau gibt dem Mann einen Kuss. / Eine Frau gibt einem Mann einen Kuss.

Slide 3 - Diapositive

Welke woorden horen bij de DER-Gruppe?

Slide 4 - Carte mentale

Welke woorden horen bij de EIN-Gruppe?

Slide 5 - Carte mentale

Grammatik A
De derde naamval (Der Dativ)
Gebruik het stappenplan om te bepalen welke uitgang het woord moet krijgen.




Slide 6 - Diapositive

DER-Gruppe
EIN-Gruppe

Slide 7 - Diapositive

DER-Gruppe
EIN-Gruppe
m
v
o
mv
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den+n
4e
den
die
das
die
m
v
o
mv
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen+n
4e
einen
eine
ein
keine

Slide 8 - Diapositive

Lass uns üben. 
(Laten wij oefenen.)

Slide 9 - Diapositive

D.... Verkäufer (m) hat mir all.... Produkte (mv) gezeigt.

Slide 10 - Question ouverte

Manch.... Leute (mv) essen kein.... Fleisch (o).

Slide 11 - Question ouverte

Paul hat sein.... Schwester (v) d.... Brot (o) gegeben.

Slide 12 - Question ouverte

Mein.... Bruder (m) isst am liebsten d.... Pfannkuchen (mv) von Silvi.

Slide 13 - Question ouverte

D.... Chef (m) gibt all.... Mitarbeiter (mv) ein.... Geschenk (o).

Slide 14 - Question ouverte

Mein.... Oma (v) hat ihr.... Einkaufsliste (v) vergessen.

Slide 15 - Question ouverte

Ich zeige [mijn] .... Opa [de] .... Schule (v).

Slide 16 - Question ouverte

Jan schickt [zijn] .... Freunde (mv) [een] .... Karte aus Wien.

Slide 17 - Question ouverte

Mo und Murat wollen [hun] .... Oma [een] .... E-Mail (v) schreiben.

Slide 18 - Question ouverte

Vergeet je weektaak van week 23 niet! [zie planner]
Begin met het leren voor het SO! 

Slide 19 - Diapositive