Samenvatting Blok 4

Samenvatting Blok 4
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Samenvatting Blok 4

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen waarom biologen een indeling maken.
2. Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.
3. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
4. Je kunt de zeven hoofdafdelingen (stammen) van het dierenrijk benoemen/omschrijven met diens kenmerken.
5. Je kunt de vijf klassen gewervelde dieren en hun kenmerken benoemen.
6. Je kunt uitleggen wat een soort is en wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
7. Je kunt werken met de volgende begrippen orde, familie, geslacht, soort en ras.
8. Je kunt een determineersleutel gebruiken.


Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 1 & 3
1. Je kunt uitleggen waarom biologen een indeling maken.

3. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.

Slide 3 - Diapositive

Waarom maken biologen een indelingen?

Slide 4 - Question ouverte

Ordening
  • Het indelen van een verzameling in groepen op basis van bepaalde kenmerken.
  • Met doel: orde scheppen in de chaos van vele organisme.

Slide 5 - Diapositive

Ordening

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel 2
  • 2. Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.

Slide 7 - Diapositive

Verwantschap
  • De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Slide 8 - Diapositive

Leerdoel 3, 4 & 5
3. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
4. Je kunt de zeven hoofdafdelingen (stammen) van het dierenrijk benoemen/omschrijven met diens kenmerken.
5. Je kunt de vijf klassen gewervelde dieren en hun kenmerken benoemen.

Slide 9 - Diapositive

Om de dieren in te delen in hoofdafdelingen kijken we naar twee kenmerken. Namelijk naar ......
A
... de soort cellen en de symmetrie
B
... de tweezijdige symmetrie en de veelzijdige symmetrie
C
... waar het skelet van gemaakt is en of het inwendig is
D
... naar het skelet en de symmetrie

Slide 10 - Quiz

Uit welke 7 stammen (hoofdafdelingen) bestaat het dierenrijk?

Slide 11 - Question ouverte

7 Stammen
Sponzen

Slide 12 - Diapositive

Deze zeester is:
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 13 - Quiz


A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 14 - Quiz

Sponzen
  • Niet symmetrisch
  • Skelet van hoornvezel
  • Bodem van de zee






Slide 15 - Diapositive

Holtedieren

Kenmerken:

  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in water
  • Vangen hun prooi met 
  • Tentakels

Slide 16 - Diapositive

Wormen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Geen skelet
  • Lichaam lang en dun






Slide 17 - Diapositive

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Meestal huisje of schelp



Slide 18 - Diapositive

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels
    of knobbels
  • Leeft in de zee









Slide 19 - Diapositive

Geleedpotigen

  • Allemaal tweezijdig symmetrisch
  • skelet = pantser

  • Insecten (6 poten)
  • Spinnen (8 poten)
  • Kreeftachtigen (10 poten)
  • Veelpotigen

Slide 20 - Diapositive

Gewervelden
Gewervelde: wervels
Vijf groepen (klassen):
1. Vissen
2. Amfibieën
3. Reptielen
4. Vogels
5. Zoogdieren

Slide 21 - Diapositive

Welke van de afdelingen hebben geen skelet?
A
Gewervelden en stekelhuidigen
B
Holtedieren en wormen
C
Wormen en weekdieren
D
Weekdieren en geleedpotigen

Slide 22 - Quiz

Bij welke afdelingen zijn de dieren niet symmetrisch
A
Weekdieren en wormen
B
Weekdieren, stekelhuidigen en holte dieren
C
Sponzen en wormen
D
Sponzen

Slide 23 - Quiz

Bij welke afdelingen zijn de dieren veelzijdig symmetrisch
A
Holtedieren en wormen
B
Holtedieren en stekelhuidigen
C
Stekelhuidigen en wormen
D
Holtedieren

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Vissen
Kenmerken van vissen zijn:
  • Huid met schubben en slijm
  • Ademhaling d.m.v. kieuwen
  • Lichaamstemperatuur: Wisselend (koudbloedig)
  • Voortplanting: eitjes zonder schaal

Slide 26 - Diapositive

Amfibieen

Kenmerken van amfibieën zijn:

  • Huid met slijm, maar géén schubben
  • Ademhaling: eerst met kieuwen, later met longen
  • Lichaamstemperatuur: Wisselend (koudbloedig)
  • Voortplanting: eitjes zonder schaal


Slide 27 - Diapositive

Reptielen

Kenmerken van reptielen:

  • Huid met harde, droge schubben (vervellen!)
  • Ademhaling: via longen
  • Lichaamstemperatuur: Wisselend (Koudbloedig)
  • Voortplanting: eitjes met een leerachtige schaal


Slide 28 - Diapositive

Vogels

Kenmerken van vogels:

  • Huid bedekt met veren
  • Ademhaling via longen
  • Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
  • Voortplanting: eitjes met een kalk-schaal


Slide 29 - Diapositive

Zoogdieren

Kenmerken van zoogdieren:

  • Huid bedekt met haren
  • Ademhaling via longen
  • Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
  • Voortplanting: levendbarend


Slide 30 - Diapositive

Leerdoel 6
5. Uitleggen wat een soort is?

Slide 31 - Diapositive

Soort
  • Wat is een soort?
  • Alle sterk op elkaar lijkende dieren die zich onderling kunnen voortplanten. 
  • Waarvan de nakomelingen zich ook kunnen voortplanten.

Slide 32 - Diapositive

Leerdoel 7
7. Je kunt werken met de volgende begrippen orde, familie, geslacht, soort en ras.

Slide 33 - Diapositive

Leerdoel 8
8. Je kunt een determineersleutel gebruiken.

Slide 34 - Diapositive

Determineersleutel

Slide 35 - Diapositive

Aan de slag

  • Leren voor de toets/samenvatten. 
  • Oefenen met linkjes in toetsomschrijving.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Welk dier is warmbloedig?
A
alleen de ijsvogel
B
de ijsvogel en de vleermuis
C
de ijsvogel, de vleermuis en de pinguin
D
alle vier

Slide 38 - Quiz

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 39 - Quiz

Een hagedis is een reptiel, gebruikt hij kieuwen om adem te halen
A
ja
B
nee
C
alleen op het land
D
alleen onder water

Slide 40 - Quiz

Welke kenmerk heeft de huid van reptielen
A
glad en slijmerig
B
harde schubben
C
slijm en schubben
D
haren

Slide 41 - Quiz

VISSEN
VOGELS
REPTIELEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 42 - Question de remorquage

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 43 - Question de remorquage

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 44 - Question de remorquage

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 45 - Question de remorquage

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 46 - Question de remorquage



De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid

Slide 47 - Quiz

Een jonge zeehond heeft een witte vacht. Een volwassen dier heeft een bruine of grijze.

Hoe plant de zeehond zich voort?
Is hij warm- of koudbloedig?
A
levendbarend warmbloedig
B
eieren met een leerachtige schaal koudbloedig
C
eieren zonder schaal koudbloedig
D
eieren met een kalkschaal warmbloedig

Slide 48 - Quiz