We herhalen de uitleg van vorige week en voegen nieuwe regels toe zodat je hierna de complete uitleg over het delend lidwoord hebt gehad.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
delend lidwoord
We herhalen de uitleg van vorige week en voegen nieuwe regels toe zodat je hierna de complete uitleg over het delend lidwoord hebt gehad.
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je nog over het delend lidwoord en de PAAD-ww?
Slide 2 - Carte mentale
wat vul je in op de puntjes: je prends ....... frites et ........ viande.
A
des - de la
B
les - la
C
des - la
D
du - de la
Slide 3 - Quiz
wat vul je in op de puntjes: j'aime ...... pain et je déteste ..... lait.
A
du - du
B
du - le
C
le - le
D
un - du
Slide 4 - Quiz
wat vul je in op de puntjes: j'adore ...... coca mais je bois ..... eau.
A
du - de l'
B
le - de l'
C
le - l'
D
un - un
Slide 5 - Quiz
het delend lidwoord verandert...
Het delend lidwoord (du - de la - de l' - des) gebruik je als er in het Nederlands geen lidwoord wordt gebruikt. Dit delend lidwoord kan veranderen in de / d' na:
- een woord van hoeveelheid
Slide 6 - Diapositive
na woord van hoeveelheid
Een delend lidwoord verandert na een woord van hoeveelheid in de of d'
Je mange du pain --> je mange une tranche de pain
vous buvez du vin --> vous buvez un verre de vin
Ils prennent des oeufs --> ils prennent peu d'oeufs
Slide 7 - Diapositive
Woorden van hoeveelheid
Beaucoup veel
Peu weinig
Un kilo een kilo
Un litre een liter
100 grammes 100 gram
Une bouteille een fles
Un verre een glas
zet in je schrift!
Une tasse een kopje
Un sachet een zak
Un paquet een pak
Un pot een pot
Une boîte een doos
Une brique een pak
Une tranche een plak, snee (van brood)
Slide 8 - Diapositive
Na een hoeveelheidswoord gebruik je altijd
A
de of d'
B
hetzelfde delend lidwoord
C
je ne sais pas
D
des, d'
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm van het delend lidwoord in: Je vais acheter un kilo ........ pommes et ..... beurre
Slide 10 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het delend lidwoord in. Au restaurant je prends la pizza avec ____ légumes et ____ jambon blanc.
Slide 11 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het delend lidwoord in. Mon plat préféré est ..... frites, ... saumon (man) et un peu .... tomates et comme dessert beaucoup ... fruits.