Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Grammar rules:
De persoonlijke voornaamwoorden (subject pronoun):
I
you
he/ she/ it
we
they
De bezittelijke voornaamwoorden (possessive adjectives):
my
your
his/ her/ its
our
their
De zelfstandig voornaamwoorden (possessive pronouns):
mine
yours
his/hers
ours
theirs
Vragen maken:
Examples