Up3b 28-10-2021 der Körper

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Regeln in der Klasse

• Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
• Geen mobiele telefoon
• Respect voor elkaar, geen gescheld/geduw
• Altijd laptop meenemen
• Tas, naast jou op de grond
• Voeten op de grond

der Anfang

• Je leert de woorden voor lichaamsdelen in het Duits.
• Je leert korte zinnen ontleden en je leert het onderwerp en lijdend voorwerp in een zin te bepalen.

Was machen wir heute?

• Woordenschat, het lichaam door een film te kijken.
  
• Huiswerkopdrachten nakijken
• Korte teksten lezen en koppelen met begrippen.

Hausaufgaben heute

• Hoofdstuk 2, deel A, oefening 2, bladzijde 55
• Print een foto van jezelf op A4 en schrijf de lichaamsdelen er in het Duits bij. (of maak deel B, oefening 4, bladzijde 56)
• Hoofdstuk 2, deel E, oefening 18, bladzijde 66

Bekijk de oefening van je buurman/vrouw.

Bespreek wat er goed is en welke je nog kunt verbeteren.

Zoek bij 3, 5, 7, 12 en 13 het meervoud op.

K2, Teil B, Übung 4

1. das Gesicht

2. die Nase

3. das Ohr

4. der Mund / die Lippe

5. das Auge

6. der Zahn

7. der Finger

8. der Unterarm/das Handgelenk

9. der Daumen

10. der Rücken

11. der Bauch / der Nabel

12. das Bein

13. der Fuß

bekijk het huiswerk van je van je buurman/vrouw.

Bespreek wat er goed is en welke je nog kunt verbeteren.

K2, Teil A, Übung 2

1. ooit

2. spieren

3. stap

4. wennen

5. los

6. poging

7. lukken

8. uitdaging

K2, Teil E, Übung 18

1. ohne ihn

2. für Sie

3. gegen euch

4. um sie

5. für uns

6. Durch dich

Controleer deze antwoorden. 

Bepaal vervolgens of dit 

de 1ste naamval (Nominativ)

of 

4de naamval (Akkusativ)

is en waarom dat is.

Rätselecke

Vul het blaadje in.

Overleg met elkaar wat het antwoord kan zijn.

Stil overleg met elkaar kan. Andere leerlingen kunnen je niet horen. Je blijft op je plek zitten.

Was habt ihr gelernt?

• Je kunt in een zin de 1e en de 4de naamval herkennen en bepalen. 
• Je kunt de juiste woorden voor lichaamsdelen gebruiken.

Hausaufgaben Freitag 

K2, Teil E, Übung 20 (Sätze analysieren) en 21 Sätze ergänzen.

gebruik de kleur 

of 

zet onder het woord o+1 voor Nominativ (onderwerp) 

zet onder het woord lv+4 voor Akkusativ (lijdend voorwerp)

Afsluiting

Habt ihr noch Fragen?

Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.

Bis zum nächsten Mal