Uitleg over letterformules

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeHBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Sam
Sam.

Slide 2 - Diapositive

Piet is drie jaar ouder dan Sam.
Wat is de formule om de leeftijd van Piet (P) uit te rekenen, als je de leeftijd van Sam (S) kent?
A
P = S - 3
B
P = S + 3
C
P = 3 x S
D
P = 40 + 3

Slide 3 - Quiz

Piet is drie jaar ouder dan Sam. Piet is 15. Hoe oud is Sam?
Vul in: Sam is … jaar.

Slide 4 - Question ouverte

Piet is drie jaar ouder dan Sam.
Wat is de formule om de leeftijd van Sam (S) uit te rekenen, als je de leeftijd van Piet (P) kent.
A
S = P - 3
B
S = P + 3
C
S = P : 3
D
S = 3 x P

Slide 5 - Quiz

Sam.
Sam

Slide 6 - Diapositive

Sam
Sam.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Een ijsje kost bij Co €1,50 per bol.
Wat is de formule om de prijs van een ijsje (Y) uit te rekenen, als je het aantal bollen (b) weet?
A
Y = 2 x 1,50
B
Y = b + 1,50
C
Y = 1,50 x b
D
Y = b : 1,50

Slide 9 - Quiz

Een ijsje kost bij Co €1,50 per bol.
Hoeveel bollen kan je kopen met €6,-?
Vul in: je kunt … bollen kopen.

Slide 10 - Question ouverte

Een ijsje kost bij Co €1,50 per bol.
Wat is de formule om het aantal bollen (b) uit te rekenen, als je de prijs van je ijsje (Y) kent.
A
b = Y : 1,50
B
b = 6 : 1,50
C
b = Y - 1,50
D
b = 1,50 x Y

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Een ijsje kost nu bij Co €1,25 per bol, plus €0,50 voor het hoorntje.
Wat is de formule om de prijs van een ijsje (Y) uit te rekenen, als je het aantal bollen (b) weet?
A
Y = 1,25 x (b - 0,50)
B
Y = (1,25 x b) x 0,50
C
Y = 4,25 x b
D
Y = 0,50 + 1,25 x b

Slide 15 - Quiz

Een ijsje kost nu bij Co €1,25 per bol, plus €0,50 voor het hoorntje.
Hoeveel bollen kan je kopen met €3,-?

Slide 16 - Question ouverte

Een ijsje kost nu bij Co €1,25 per bol, plus €0,50 voor het hoorntje.
Wat is de formule om het aantal bollen (b) uit te rekenen, als je de prijs van je ijsje (Y) kent.
A
b = 2,50 : 1,25
B
b = (Y - 0,50) : 1,25
C
b = 0,50 + Y : 1,25
D
b = - 0,50 - Y : 1,25

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Bij Oranje Boven betaal je €0,20 voor je hoorntje en €1,35 per bol.
Wat is de formule om de prijs van een ijsje (Y) uit te rekenen, als je het aantal bollen (b) weet?
A
Y = (1,35 x b) x 0,20
B
Y = 1,35 + 0,20
C
Y = 0,20 + 1,35 x b
D
Y = 0,20 x b + 1,35

Slide 21 - Quiz

Een ijsje kost nu bij Co €1,25 per bol, plus €0,50 voor het hoorntje.
Bij Oranje Boven betaal je €0,20 voor je hoorntje en €1,35 per bol.
Waar is een ijsje met 2 bollen het goedkoopst?
A
Bij Co.
B
Bij Oranje Boven.

Slide 22 - Quiz

Y bij OB = 0,20 + 1,35 x b
Y bij Co = 0,50 + 1,25 x b
Wat is de formule om uit te rekenen bij welk aantal bollen de prijs bij beide ijssalons gelijk is?
A
0,20 + 1,35 x b = 0,50 + 1,25 x b
B
Y = Y
C
1,35 x b = 1,25 x b
D
b = 3

Slide 23 - Quiz

0,20 + 1,35 x b = 0,50 + 1,25 x b
Bij welk aantal bollen (b) zijn beide ijssalons even duur? M.a.w.: wat is b?
A
b = 1
B
b = 2
C
b = 3
D
b = 4

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km
met een starttarief van €4,50.
Stel een formule op voor de kosten taxirit (Kt)
afhankelijk van het aantal kilometers (k).

Slide 28 - Question ouverte

Kosten taxirit
Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50.
Stel een formule op voor de kosten taxirit (Kt) afhankelijk van het aantal kilometers (k).

Kt = 4,5 + 2 x k

Slide 29 - Diapositive

Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50.
Stel, je hebt €10,-. Hoeveel km kun je je dan laten vervoeren door taxibedrijf West?

Slide 30 - Question ouverte

Kosten taxirit
Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50. Stel, je hebt €10,-. Hoeveel km kun je je dan laten vervoeren door taxibedrijf West?  
        Kt = 4,5 + 2 x k 
        10 = 4,5 + 2 x k
10 - 4,5 = 2 x k
     2 x k = 5,5
           k = 2,75 km

Slide 31 - Diapositive

Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km
met een starttarief van €4,50.
Stel een formule op waarmee je kunt uitrekenen
hoeveel km (k) je kunt rijden met een bepaald bedrag (Kt).
Dus k = ….

Slide 32 - Question ouverte

Kosten taxirit
Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50.
Stel een formule op waarmee je kunt uitrekenen hoeveel km (k) je kunt rijden met een bepaald bedrag (Kt). 
        Kt = 4,5 + 2 x k
Kt - 4,5 = 2 x k
    2 x k = Kt - 4,5
          k = (Kt - 4,5) : 2


Slide 33 - Diapositive

Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50.
Bij taxibedrijf Oost kost een rit €1,50 per km met een starttarief van €6,-.
Bij welke afstand ben je bij beide bedrijven even duur uit?

Slide 34 - Question ouverte

Kosten taxirit
Bij taxibedrijf West kost een rit €2,- per km met een starttarief van €4,50.
Bij taxibedrijf Oost kost een rit €1,50 per km met een starttarief van €6,-. 
Bij welke afstand ben je bij beide bedrijven even duur uit? 
              KtWest = KtOost
         4,5 + 2 x k = 6 + 1,5 x k
   2 x k – 1,5 x k = 6 – 4,5
               0,5 x k = 1,5
                                dus bij k = 3 km


Slide 35 - Diapositive

Raad hoe oud ik ben.
Als je mijn leeftijd met één vermindert en dat door 6 deelt, dan is dat evenveel als 50 min mijn leeftijd.

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Stefan verdient €7,- per uur. Hij heeft €500,- op zijn rekening.
Casey verdient €6,25 per uur. Hij heeft €760,-.
Casey krijgt tien keer een uur bonus.
Na hoeveel uur hebben beide jongens evenveel gespaard?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive