Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
VWO1 h.4 taalverzorging spelling bijvoeglijk naamwoorden_A1d
h.4 Taalverzorging
spelling van de bijvoeglijk naamwoorden en
werkwoorden als bijvoeglijk naamwoorden
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
h.4 Taalverzorging
spelling van de bijvoeglijk naamwoorden en
werkwoorden als bijvoeglijk naamwoorden
Slide 1 - Diapositive
Je weet dat een bijvoeglijk naamwoord een
korte
en een
lange
vorm kent.
Je weet wat een
stoffelijk
bijvoeglijk
naamwoord
is en hoe je het schrijft.
Je weet hoe je
bijvoeglijk
gebruikt
werkwoord
schrijft.
Leerdoelen
Slide 2 - Diapositive
- We herhalen de bijvoeglijk naamwoorden.
- We bespreken de korte en lange vorm van het
bijvoeglijk naamwoord.
- We bespreken de theorie van bijvoeglijk gebruikte
werkwoorden.
Wat gaan we doen?
Slide 3 - Diapositive
Een
bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een
zelfstandig naamwoord.
Vaak staat een bijvoeglijk naamwoord
voor
het zelfstandig naamwoord, maar ook soms
achter
het zelfstandig naamwoord.
De
kleine
hond - Het hondje is
klein
.
Slide 4 - Diapositive
korte
en
lange
vorm van een bijv.nww.
kort lang kort lang
aardig - aardige groen - groene
groot - grote boos - boze
gezellig - gezellige gaaf - gave
raar - rare gewoon - gewone
Slide 5 - Diapositive
Als het
znw
een
de
-woord is, krijg je de
lange
vorm van een
bijv
.
nmw
.
de jongen, de kat, de tafel
de
aardige
jongen (een
aardige
jongen)
de
lieve
kat (een
lieve
kat)
de
ronde
tafel (een
ronde
tafel)
Slide 6 - Diapositive
Als het
znw
een
het
-woord is, krijg je de lange vorm van een
bijv.nmw
als het het
lidwoord
het voor staat.
het
grote
gebouw, het
schattige
konijn, het
geheimzinnige
kistje
Als het znw een
het
-woord is, krijg je soms de korte vorm van een bijv.nmw. Dat is het geval als er
een
voor staat.
een
groot
gebouw, een
schattig
konijn, een
vreemd
kistje.
Slide 7 - Diapositive
Stoffelijk
bijvoeglijk
naamwoord
Een
stoffelijk bvnw
geeft aan van welke stof een znw gemaakt is.
een
wollen
trui, een
gouden
ring, een
houten
meubel, een
kartonnen
doos.
een
plastic
tas, een
aluminium
buis, een
nylon
panty.
Een
stoffelijk
bnw
heeft altijd maar
één
vorm
.
de oude vormen eindigen op -
en
de nieuwe vormen eindige nooit op -
e
Slide 8 - Diapositive
stoffelijk
bijv.nw
bijv.nmw
lange vorm
bijv.nmw.
korte vorm
Een
pluchen
beer
Een
geldig
rijbewijs
Het
spannende
boek
Een
grappig
verhaal
Het
wilde
dier
De
ijzeren
staaf
De
polyester
jas
Het
griezelige
dier
Een
plakkerig
snoepje
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
stoffelijk
bijv.nw
bijv.nmw
lange vorm
bijv.nmw.
korte vorm
Een
plastic
verpakking
Een
nieuw
paspoort
De
leuke
serie
Een
saai
boek
Het
tamme
konijntje
De
aluminium
kozijnen
De
zilveren
ketting
Het
gezellige
feestje
Een
pikant
soepje
Slide 11 - Question de remorquage
Het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
Een
voltooid
deelwoord
is een werkwoord dat aangeeft dat een actie is afgerond.
Ik heb
gepraat
Het heeft
geregend
Zij hebben
geslapen
Wij zijn
verdwaald
Jij
hebt
beloofd
Slide 12 - Diapositive
Als een
voltooid
deelwoord
voor een zelfstandig naamwoord komt te staan en er wat over zegt, wordt
deze
bijvoeglijk
gebruikt
.
Ik heb mijn huiswerk
gemaakt
- het
gemaakte
huiswerk
Mijn pen is
gebroken
- de
gebroken
pen
Hij heeft mijn fiets
gerepareerd
- de
gerepareerde
fiets
voltooid deelwoord bijv.nmw
voltooid deelwoord bijv.nmw
voltooid deelwoord bijv.nmw
Slide 13 - Diapositive
Noteer het voltooid deelwoord van de volgende werkwoorden:
breken-begeleiden-sluiten-kraken
Ik heb ..
Slide 14 - Question ouverte
Vul in onderstaande zinnetjes het bijvoeglijk naamwoord (van een voltooid deelwoord) in.
1. De (
wegslepen
) .. auto 2. Een (
teleurstellen
) .. kind 3. de (
sluiten
).. deur
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Vul in onderstaande zinnetjes het bijvoeglijk naamwoord (van een voltooid deelwoord) in.
1. Een (
verwachten
) .. regenbui 2. De (
verrotten
) .. vis 3. de (
overvallen
).. winkelier
Slide 17 - Question ouverte
Vul in onderstaande zinnetjes het bijvoeglijk naamwoord (van een voltooid deelwoord) in.
1. De (
verlichten
) .. ramen 2. Een (
braden
) .. kip 3. De (
slagen
).. actie
Slide 18 - Question ouverte
Op niveau online - Taalverzorging 2 - 4.2 Spelling
> Maken: opdracht 13 + 14 (bijvoeglijk naamwoord)
> Maken: opdracht 15 + 16 (meervoud van het znw)
> Maken: opdracht 17 (verkleinwoorden)
Zorg dat je deze opdrachten allemaal af hebt!
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
VWO1 h.4 taalverzorging spelling bijvoeglijk naamwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
VWO1 h.4 taalverzorging spelling bijvoeglijk naamwoorden
il y a 13 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
VWO1 h.4 taalverzorging spelling bijvoeglijk naamwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
VWO1 h.4 Taalverzorging 4.2 spelling bijvoeglijk naamwoord
il y a 17 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
VWO1 h.4 Taalverzorging 4.2 spelling bijvoeglijk naamwoord
il y a 27 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1.1 en 1.2
Septembre 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H4.8 spelling
Mars 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Gramm: bijvoeglijk naamwoord HS
Janvier 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1