Week 1 M4 Kapitel 1

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Planung Stunde 1

1.  Wiederholung letztes Jahr: was wisst ihr noch?

2. Vorschau dieses Jahres

3.  Aufgabe 1 zusammen machen: Sehen

Lernziele dieser Stunde(n)

Am Ende dieser Stunde(n):

- weet je wat je al zou moeten kennen en kunnen

- weet je wat er dit jaar van je verwacht gaat worden

maar eerst even een leuk filmpje!

Wat weten jullie nog van vorig jaar?

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Vorige twee jaar heb je geleerd:

• haben, sein en werden in de tegenwoordige  en verleden tijd
  
• werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd (zwak en sterk!)
  
• voltooid deelwoord (zwakke  en sterke werkwoorden)
  
• de modale werkwoorden  dürfen, können, mögen, (en möchten),  müssen, sollen, wollen en wissen in tegenwoordige en verleden tijd
  
• het geslacht van zelfstandig naamwoorden
• de uitgangen van ein- en kein-
• bezittelijk voornaamwoorden
  
• de eerste, derde  en de vierde naamval inclusief de voorzetsels die de 3de en de 4de naamval krijgen

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Dit jaar ga je leren:

lezen, lezen, lezen..... en schrijven, luisteren en spreken

lezen: Signaalwoorden

spreken: Een voorwerp omschrijven

lezen en luisteren: Mediadossier

Grammatica:

• e/i-Wechsel
• a-Umlaut
• de naamvallen (m.b.v. het stappenplan)

An die Arbeit!

An die Arbeit!

Wat:  Aufgabe 1 auf Seite 12: Sehen

Jullie beantwoorden de vragen op pag. 12 en 13

we kijken de opdracht gezamenlijk na.

An die Arbeit!

An die Arbeit!

Wat:  maak Kapitel 1 Aufgabe 2  en 4
Hoe: zelfstandig en in stilte

Hulp: woordenlijst op pag. 48

Tijd: 10 minuten
Klaar? Ga verder met Aufgabe 5 und 6 (huiswerk)

we kijken de opdrachten gezamenlijk na.

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

Machen:

Aufgaben 5, 6, 7 (auf Seiten 15, 16)

Lernen:

Lernliste N-D auf Seite 48

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Planung  Stunde 2

1.  Hausaufgaben besprechen (5 minuten)

2. Wiederholung Starke Verben und E/I-Wechsel

3. An die Arbeit

4. Hören

Planung  Stunde 3

1.  Hausaufgaben besprechen (5 minuten): Aufgaben 5, 6, 7 (auf Seiten 15, 16)

2. Wiederholung Starke Verben und E/I-Wechsel
3. An die Arbeit
4. Hören

Lernziele dieser Stunden

Am Ende dieser Stunde:

- kun je het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden uitleggen

- ben je in staat om sterke werkwoorden met een -e- in de stam in de tegenwoordige tijd te

   vervoegen

Waarom leren we dit?

- omdat je de e/i-Wechsel moet kunnen herkennen

- want als je dit herkent, maar je kent het werkwoord niet, dan kun je het hele werkwoord  

   vormen, zodat je het in een woordenboek kunt opzoeken

Starke Verben/Sterke werkwoorden

helfen-hielf-geholfen

1. KLINKERVERANDERING

2. VOLTOOID DEELWOORD -en

UNTERSCHIED: leben-lebte-gelebt=>schwach/zwak

Nederlands sterk - Duits vaak ook sterk! 

De -e- klank in de stam

Lange klank: de -e- klinkt als -ee-

bijvoorbeeld: sehen, fernsehen, lesen,

korte klank: de -e- klinkt als -è-

bijvoorbeeld: helfen, essen, sprechen

e/i Wechsel

Alleen bij: du en er/sie/es/man

Lange klank: de -e-  in de stam verandert in -ie-

korte klank: de -e- in de stam verandert in -i-

Ausnahmen/Uitzonderingen

geben > du gibst / er, sie, es gibt

nehmen > du nimmst / er, sie, es nimmt

„e“ lang uitgesproken, maar een „i“

Ausnahmen/Uitzonderingen

gehen > du gehst / er, sie, es geht

stehen > du stehst / er, sie, es steht

bewegen > du bewegst / er, sie, es bewegt

krijgen GEEN e/i Wechsel

Bij welke werkwoorden vindt een e/i wissel plaats?

in welke tijd vindt die e/i wissel plaats?

bij welke personen vindt die e/i wissel plaats?
2 antwoorden!

es _______ (helfen)

1. halft
2. helft
3. hilft
4. hielft

Du ________ (leben)

1. leben
2. libst
3. lebenden
4. lebst

Ihr_________ (vergessen)

1. vergesst
2. vergisst
3. vergiesst
4. vergessen

er _________ (sehen)

1. seht
2. siht
3. sieht
4. siehst

du _________ (stehen)

1. stehst
2. steht
3. stihst
4. stiehst

man _________ (sprechen)

1. spreche
2. sprecht
3. spriecht
4. spricht

An die Arbeit!

An die Arbeit!

Wat:  Aufgabe 16, 17, 18 auf Seiten 24, 25
Hoe: zelfstandig en in stilte

Hulp:  de grammatica auf  Seite 25

Tijd: 10 minuten
Klaar? begin met het leren van de Lernliste

Guten Tag

Wie geht es euch?

Planung  Stunde 3

1.  Hausaufgaben besprechen (5 minuten): Aufgaben 5, 6, 7 (auf Seiten 15, 16)

2. Wiederholung Starke Verben und E/I-Wechsel
3. An die Arbeit: Hören Aufgabe 10
4. An die Arbeit: Lesen Aufgabe 12

An die Arbeit!

An die Arbeit!

Wat:  Aufgabe 10
Hoe: we luisteren gezamenlijk; je beantwoordt zelfstandig de vragen

Hulp:  geen

Tijd: 10 minuten
Klaar?

we kijken de opdracht gezamenlijk na.

An die Arbeit!

Und jetzt: An die Arbeit!

Wat:  maak Kapitel 1 Aufgabe 12 und 13
Hoe: zelfstandig en in stilte

Hulp: Wörterbuch

Tijd: 30 minuten
Klaar? Leer de Lernliste N-D auf Seite 48

we kijken de opdrachten gezamenlijk na.

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!