Les 10 (1HV)

Planning
Uitleg 1.6
Aan de slag
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
Uitleg 1.6
Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt voorbeelden noemen hoe planten en dieren zijn aangepast aan leefomgeving.
-Je kunt het begrip gestroomlijnd uitleggen.
- Je kunt aan de wortels zien of een plant in een droge of natte omgeving voorkomt.
-Je kunt de 5 type snavels bij vogels en de voedselvoorkeur per type noemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is een organisme?

Slide 4 - Question ouverte

Aanpassen
Alle organismen hebben zich aangepast aan hun leefwijze en leefomgeving

Slide 5 - Diapositive

Noem kenmerken van dieren die leven in het water

Slide 6 - Carte mentale

Dieren in het water
Kieuwen > ademen
Vinnen > rechtop blijven in het water
Schubben met slijm > glad
Vorm van het lichaam > weinig weerstand

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

0

Slide 9 - Vidéo

Welk filmpje was gestroomlijnd?
A
Filmpje 1
B
Filmpje 2

Slide 10 - Quiz

Gestroomlijnd

Slide 11 - Diapositive

Waterdieren
Gestroomlijnd lichaam

Slide 12 - Diapositive

Planten in het water
Weinig stevige delen
Slappe stengels
'Gedragen' door het water

Slide 13 - Diapositive

Planten op het land
Beschermen tegen uitdroging


Slide 14 - Diapositive

Voeden
Snavels zijn aangepast op het voedsel dat ze eten

Slide 15 - Diapositive

Verschillende soorten snavels

Slide 16 - Diapositive



Kegelsnavel
Pincetsnavel
Haaksnavel
Priemsnavel
Zeefsnavel


Zaden
Insecten
Prooidieren
Bodemdiertjes
Plankton
Snaveltypen

Slide 17 - Diapositive

brede snavel om voedsel uit het water te zeven
korte snavel om zaden te kraken
korte, kromme snavel om een prooi in stukken te scheuren
Haaksnavel
Kegelsnavel
Zeefsnavel

Slide 18 - Question de remorquage

Een watervogel heeft zwemvliezen en een kegelsnavel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Dit is een voorbeeld van:
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
haaksnavel
D
kegelsnavel

Slide 20 - Quiz

Dit is een voorbeeld van:
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
haaksnavel
D
kegelsnavel

Slide 21 - Quiz

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 22 - Quiz

Welk type snavel is geschikt voor het vangen van insecten?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Priemsnavel

Slide 23 - Quiz

Welk type snavel is geschikt om zaden mee te kraken?
A
Haaksnavel
B
Priemsnavel
C
Kegelsnavel

Slide 24 - Quiz

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 25 - Quiz

Welke snavel heeft een grutto? Zie de afbeelding.
A
Kegelsnavel
B
Priemsnavel
C
Zeefsnavel
D
Pincetsnavel

Slide 26 - Quiz

Aan de slag 
Maken 1.6 opdracht 1, 2 en 8

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt voorbeelden noemen hoe planten en dieren zijn aangepast aan leefomgeving.
-Je kunt het begrip gestroomlijnd uitleggen.
- Je kunt aan de wortels zien of een plant in een droge of natte omgeving voorkomt.
-Je kunt de 5 type snavels bij vogels en de voedselvoorkeur per type noemen.

Slide 28 - Diapositive