Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Seizoenproducten
Slide 1 - Diapositive
De les
Je kunt uitleggen wat een seizoensproduct is.
Je kunt verklaren waarom niet elk product het gehele jaar (natuurlijk) is te verkrijgen.
Je kunt voordelen benoemen van seizoensproducten
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
00:14
Wat betekent het woord koude grond?
Slide 4 - Question ouverte
00:34
Waarom is het beter om producten van het seizoen te eten?
Slide 5 - Question ouverte
00:51
Wat is geen voorjaarsproduct?
A
Lamsvlees
B
Spinazie
C
Boerenkool
D
Rabarber
Slide 6 - Quiz
01:10
Geef een uitleg waarom producten in het seizoen duurzamer zijn
Slide 7 - Question ouverte
01:10
Geef een uitleg waarom producten in het seizoen goedkoper zijn
Slide 8 - Question ouverte
01:10
Wat is geen product uit de zomer?
A
Wildzwijn
B
Snoekbaars
C
Frambozen
D
Schol
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Vidéo
Eetbare delen
Mensen en dieren eten delen van planten als voedsel, alle eetbare delen noemen we groenten. Zij eten bladeren, stengels, wortels, zaden, vruchten en bloemen.
Slide 12 - Diapositive
Van bloem tot vrucht
Voortplanting door zaden (bloem -> vrucht met zaad)
Veel planten groeien in de winter niet
Veel planten zijn afhankelijk van insecten voor de bestuiving
Slide 13 - Diapositive
Bloem --> vrucht
Slide 14 - Diapositive
Geef een uitleg waarom er weinig fruit te vinden is in het vroege voorjaar
Slide 15 - Question ouverte
Leg uit: wat zijn nu seizoensproducten?
Slide 16 - Question ouverte
Seizoensproducten
Nu weet je wat seizoensproducten zijn en ga je door de leerlijn te volgen een aantal van deze producten bereiden.
Slide 17 - Diapositive
Waar denk je aan bij de herfst?
Slide 18 - Carte mentale
Wat zijn typische gerechten van de winter
Slide 19 - Carte mentale
Einde
Neem de kennis die je hebt opgedaan tijdens deze les mee naar je ontwerp van de recepten.