H1.6 + weet ik veel H1 2K3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Noteer hier de berekening en het antwoord van opgave 2.

Opdracht 2

Siem heeft €1.750 spaargeld op zijn spaarrekening staan, hij krijgt 0,8% rente.

Bereken hoeveel rente hij krijgt op zijn spaargeld.

Opdracht 2

Siem heeft €1.750 spaargeld op zijn spaarrekening staan, hij krijgt 0,8% rente.

Bereken hoeveel euro rente hij krijgt op zijn spaargeld.

%	100		0,8
€	1.750

%	100	1	0,8
€	1.750	x	14

Dus Siem krijgt €14,- op zijn spaargeld.

Waar is dit een voorbeeld van?

1. geld verdienen
2. inkomsten zonder tegenprestatie
3. inkomsten met tegenprestatie
4. werken

Welke twee vormen van inkomsten zijn er?

1. winst en verlies
2. Geld en natura
3. Geld en winst
4. Natura en winst

Jens krijgt €5 per week aan zakgeld, hoeveel krijgt Jens per maand?

1. €20
2. €5
3. €1,15
4. €21,67

Britt krijgt €20 aan zakgeld en €30 aan kleedgeld per maand.
Hoeveel inkomsten heeft zij per week?

1. €50
2. €12,50
3. €11,54
4. €11,53

Wat is een GEEN plicht van de werknemer?

1. je werk goed doen
2. op tijd komen bij je werk
3. loon ontvangen
4. klanten helpen wanneer zij dit vragen

Wat is een recht van de werkgever?

1. loon betalen
2. Pauze bedien aan werknemers
3. Dat werknemers op tijd komen
4. Dat werknemers hun werk goed doen

Wat geeft de bank jou omdat je daar een spaarrekening hebt?

1. spaargeld
2. Rente
3. Lening
4. Aflossing

Waar moet je op letten wanneer je een spaarrekening wilt afsluiten bij de bank?

1. Rente
2. Hoe lang het geld vast staat.
3. Welke bank het is
4. Hoeveel je mag lenen

Huur is een vorm van inkopen, wanneer je een eigen huis verhuurt.
Bij welke inkomsten soort hoort dit?

1. inkomsten uit bezit
2. inkomsten uit arbeid
3. inkomsten uit werk
4. inkomsten uit winst

Naast inkomsten uit bezit heb je ook inkomsten uit arbeid. Wat voor inkomsten hoort daarbij?

1. Loon
2. Huur
3. Rente
4. Salaris

Wat is GEEN reden voor een hoger inkomen.

1. gevaarlijk werk
2. Langer werken
3. Onregelmatige werktijden
4. mooier uiterlijk

Britt heeft €2.500 spaargeld op haar spaarrekening staan, zij krijgt hierover 2,5% rente.
Bereken hoeveel rente zij krijgt op haar spaargeld.

1. €62,50
2. €1000
3. €625
4. €100

%	100	1	2,5
€	2.500	2,5	62,50

Siem heeft €1.750 spaargeld op zijn spaarrekening staan, hij krijgt 0,8% rente.
Bereken hoeveel rente hij krijgt op zijn spaargeld.

1. €1.400
2. €17,50
3. €14
4. €21,88

Siem krijgt €14 per jaar aan rente van de bank. hoeveel krijgt hij na 6 maanden?

1. €21
2. €1,17
3. €7
4. €14

ik vond dit een leuke manier om het hoofdstuk te herhalen.

😒🙁😐🙂😃