Nakijken 3.7/ uitleg 3.8

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Welkom in de les

Planning

1	Nakijken huiswerk § 3.6 : vraag 14 -§ 3.7: vragen 4-7-9 + schema blz. 98
2	Start uitleg § 3.8 : 'Invloed op de politiek'

vraag 14 : blz. 93

• Stemt over wetsvoorstellen: Tweede Kamerlid
•  Ondertekent wetten: Koning + Minister
• Schrijft de troonrede: minister (president)
• Zit in de regering: Koning + Minister
• Debatteert: Minister en Tweede Kamerlid
• Bestuurt: Minister
• Wordt gekozen: Tweede Kamerlid
• Mag een eigen politieke mening niet uitspreken: Koning
• Mag een wetsvoorstel indienen: Minister + Tweede Kamerlid
• Is inhoudelijk betrokken bij de totstandkoming van een wet: Minister

vraag 4a : blz. 94

• a: leg in je eigen woorden uit wat decentralisatie betekent:
• bijvoorbeeld: Dat de centrale overheid  de uitvoering van het overheidsbeleid overlaat aan de Provincies; zij zijn verantwoordelijk.   

vraag 4b : blz. 94

• b: Noem twee argumenten voor decentralisatie van de overheid:
• Provincies zijn beter op de hoogte wat er in hun provincie speelt
• Betrokkenheid inwoners (aanspreken van bestuurder)

vraag 7: blz:  94

• Noem een reden waarom waterschappen  in Nederland belangrijk zijn:
• Drinkwatervoorziening
• Klimaatverandeingen (overstromingen)

vraag 9: blz: 95

Gemeentelijk	Provinciaal	Landelijk
Gemeenteraad	P.S.	2e Kamer
College B&W	G.S.	Regering
Burgemeester	C. van de Koning	Minister-President

Schema blz. 98

B&W

ministerraad

1e K.

2e K

C. vd. K

G.S.

Gemeente Raad

Provinciale 

Staten

direct gekozen

dagelijks bestuur

indirect gek. 

benoemt

parlement

3.8 - Invloed op de politiek

Je kunt uitleggen hoe je als burger invloed kan uitoefenen in de politiek en hier een voorbeeld bij noemen.

Op welke manier kun jij invloed uitoefenen op de politiek

invloed politiek

1. stemmen
2. actievoeren
3. lid politieke partij
4. media
5. vergadering bijwonen
6. burgerinitiatief
7. petitie
8. burgerlijke ongehoorzaamheid
9. lobbyen