Comparisons (vergelijkingen)

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ComparisonsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

What do you know about making comparisons in English?
0100

Slide 2 - Sondage

Kijk zo meteen goed naar het overzicht. Je krijgt een minuut om nog even goed de regels op te frissen.

Slide 3 - Diapositive

timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Bij de volgende vragen moet je steeds een vergrotende of overtreffende trap gebruiken.

For example:

My little brother is ____________ (young) in our family.

Answer: the youngest

Slide 5 - Diapositive

Some people think Ronaldo is ________ (good) than Messi.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

What is the ____________ (expensive) car you know?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

This year my holiday was ____________ (adventurous) than last year.
A
adventurouser
B
more adventurous
C
most adventurous
D
least adventurous

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Train tickets are ___________ (cheap) here than in Germany.
A
more cheap
B
cheapper
C
most cheap
D
cheaper

Slide 12 - Quiz

His wedding day was the __________ (happy) day of his life.

Slide 13 - Question ouverte

I felt bad yesterday, but today I feel even ________ (bad)!
A
worse
B
worser
C
worst
D
badder

Slide 14 - Quiz

Gaat dit lukken op de toets volgende week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage


We doen nu nog 1 oefening hiermee op papier. Die kijken we straks na.

Ben je daarmee klaar, kijk dan op Teams in Algemeen. Daar staat een link waar je met leesvaardigheid kunt oefenen.



Slide 16 - Diapositive


Als je dit nog steeds lastig vindt, oefen dan met de Versterk Jezelf opdrachten in All Right! (Kun je ze niet vinden, vraag het mij dan even)




Slide 17 - Diapositive