woordenschat 1 - werken in het groen

Werken in de Praktijk
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werken in de Praktijk

Slide 1 - Diapositive

Welke 5 branches ken je

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Wat is een ander woord voor Branche
A
Product
B
Dienst
C
Sector
D
Beroep

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we iets wat je in de winkel kunt kopen met geld?
A
Artikel
B
Product
C
Dienst
D
Beroep

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen
Beschermende kleding en beschermende middelen?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een eigenschap?
A
Iets wat in je zit
B
Een handeling of taak
C
Waar je heel goed in bent
D
Iets wat je doet om geld te verdienen

Slide 7 - Quiz

Bij welke beroepen draagt men werkkleding?
Geef 2 voorbeelden

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn jouw kwaliteiten?
Waar ben jij goed in?
Noem tenminste 1 ding

Slide 9 - Question ouverte

Welke gereedschappen en materialen heb je nodig bij werken het groen?

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Schoffel
Stoffer & Blik
Bats
Spade
plantenschepje
Bezem
De snoeischaar
De kruiwagen
De riek
De Grasmaaier

Slide 12 - Question de remorquage

Tandhark
Bladhark
Bladblazer
Gieter
voegenkrabber
Pootlijn

Slide 13 - Question de remorquage

Wie werkt er op een boerderij met planten en dieren?
A
Medewerker kwekerij
B
Dierverzorger
C
Medewerker groenvoorziening
D
Agrarisch medewerker

Slide 14 - Quiz

Wie moet veel weten over de verzorging van verschillende diersoorten?
A
Medewerker kwekerij
B
Dierverzorger
C
Medewerker groenvoorziening
D
Agrarisch medewerker

Slide 15 - Quiz

Wie helpt mee bij zaaien, poten, onderhouden en oogsten van planten en bloemen?
A
Medewerker kwekerij
B
Dierverzorger
C
Medewerker groenvoorziening
D
Agrarisch medewerker

Slide 16 - Quiz

Wie zorgt voor het onderhoud van groen in openbare ruimte?
A
Medewerker kwekerij
B
Dierverzorger
C
Medewerker groenvoorziening
D
Agrarisch medewerker

Slide 17 - Quiz

Zet de woorden in de juiste volgorde.
een schoffel - de wortel - van - Met - onkruid - snijd - los - je

Slide 18 - Question ouverte

Zet de woorden in de juiste volgorde
je - voor - het opscheppen - los zand - gebruik - van - Een bats

Slide 19 - Question ouverte

Welke eigenschap hoort er bij...
Ik heb tijdens mijn werk weinig last van kou, regen of wind
A
Graag buiten werken
B
Rekenvaardigheid
C
Volgens planning werken
D
Veiligheidsregels naleven

Slide 20 - Quiz

Welke eigenschap hoort er bij...
De klant heeft ons voor vandaag een lijst met taken gegeven
A
Graag buiten werken
B
Rekenvaardigheid
C
Volgens planning werken
D
Veiligheidsregels naleven

Slide 21 - Quiz

Welke eigenschap hoort er bij...
Ik meet precies 5 milliliter plantenvoeding af
A
Graag buiten werken
B
Rekenvaardigheid
C
Volgens planning werken
D
Veiligheidsregels naleven

Slide 22 - Quiz

Welke eigenschap hoort er bij...
Tijdens het snoeien draag ik een veiligheidsbril
A
Graag buiten werken
B
Rekenvaardigheid
C
Volgens planning werken
D
Veiligheidsregels naleven

Slide 23 - Quiz

Het lijkt mij leuk om later in de Groen branche te werken
Ja
Nee

Slide 24 - Sondage