Les 5 - Hechting

HECHTING
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

HECHTING

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hechting 


'Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie'
(definitie NJI, 2021).  

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderzoekers 
  • Harlow
  • Bowlby 
  • Ainsworth 




Slide 4 - Diapositive

We weten nu hoe een gezonde hechtingsrelatie tot stand komt. Veel onderzoekers hebben onderzoek gedaan naar hechting. Iedere onderzoeker kijkt met een andere bril naar hechtingsrelaties.
Harlow 
  • Voerde hechtings-
      experimenten uit met baby
      aapjes. 
  • Harlow onderzocht of de
      aapjes, naast voedsel, ook
      behoefte hadden aan de
      nabijheid van een moeder. 

Slide 5 - Diapositive

.
Experiment Harlow 
Concludeerde na experiment met
apen dat  nabijheid/warmte een belangrijk onderdeel is voor
hechting. 

Hoe ging dit experiment in zijn werk? video. 


Slide 6 - Diapositive

Harlows experimenten waren controversieel. Onder andere hield hij babyaapjes gedurende twee jaar in isolatiecellen van waaruit ze ten slotte zwaar gestoord tevoorschijn kwamen. In een ander experiment onderzocht hij het gedrag van resusaapjes. 

Hij sloot een aapje op in een kooi met twee metalen apen. De ene omwikkeld met stof maar zonder melk, de tweede zonder stof maar met melk. Hij dacht dat voedsel de belangrijkste factor was voor gehechtheid. Het aapje koos echter de met stof omwikkelde dummy. Dit betekende dat aanraking een belangrijkere factor is voor gehechtheid

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bowlby 
  • Kinderpsychiater uit London 
  • Lastige jeugd 
  • Interesse jeugdcriminaliteit 
  • Grondlegger van
     gehechtheidstheorie 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderzoeken  
  • Onderzoek thuisloze kinderen
      (oorlog - 1951)
  • Verder onderzoek gehechtheid  
  • Attachment & loss (1969) 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusies Bowlby
  • Gehechtheid is een
     fundamentele behoefte 
  • Gebaseerd op Harlow 
  • Alle kinderen hechten
     (ondanks kwaliteit
      opvoeding) 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ainsworth 
  • Onderzoek  naar de interactie tussen ouder  en kind. 
  • Gehechtheidsgedrag & stressvolle
      situaties. 

Om dit te onderzoeken heeft zij de vreemde situatie test bedacht. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer begint de hechting?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gehechtheid na de geboorte (eerste fase) 
De eerste fase van gehechtheid bij een pasgeboren baby is een periode van zich oriënteren en signalen opvangen. De baby kan nog geen onderscheid maken tussen opvoeders. 

Deze fase duurt ongeveer 8 tot 12 weken. 



Slide 14 - Diapositive

De baby is afgestemd om bepaalde signalen uit de omgeving op te vangen, bijvoorbeeld menselijk stemgeluid. Als de baby dit signaal opvangt kan hij zelf signalen uitzenden om zijn behoeftes te bevredigen. Dat baby kan huilen, geluidjes maken, volgen met de ogen en lachen. Door deze signalen uit te zenden zorgt hij ervoor dat de ouder bij hem in de buurt blijft en hem verzorgt. 
Zwangerschap  
  • Na zes maanden zwangerschap 
      worden er hechtingsprocessen
      in gang gezet. 
  • De baby hoort geluiden die
     afkomstig zijn van buiten de
     baarmoeder. 
  • De baby reageert op angst
      reacties van zijn moeder. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tweede fase van gehechtheid (3 tot 6 maanden) 
  • In deze fase raakt de baby afgestemd op enkele personen (ouders/opvoeders). 
  • De baby richt zijn nabijheidszoekend gedrag op deze personen. De baby zend signalen uit (huilen, lachen, geluidjes) en dit wordt het makkelijkst begrepen door de ouders/opvoeders. 

Slide 16 - Diapositive

De baby laat zich bijvoorbeeld het meest makkelijk troosten door zijn ouder, in plaats van een willekeurige volwassene. 

Dit kan dus ook opa/oma zijn als die vaak oppassen. 
Derde fase van gehechtheid (6 maanden tot 3 jaar) 

  •  De baby heeft in deze fase de behoefte aan nabijheid van een specifieke persoon (ouder/verzorger) 
  • De baby zorgt ervoor dat hij deze nabijheid krijgt door middel van beweging en signalen 
  • De baby vertoont in deze fase actief hechtingsgedrag 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Actief hechtingsgedrag 
  • De baby zoekt actief de nabijheid op van zijn ouders. De
      baby doet dit bewust omdat hij dichtbij zijn ouders wilt zijn. 
  • Scheiding van ouders roept angst op. Het kind kan boos
      worden en gaan huilen. Dit noemt men ook wel
      separatieangst/scheidingsangst genoemd. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vierde fase van gehechtheid (vanaf drie jaar) 
  • In deze fase kan het kind zich verplaatsen in de gehechtheidspersoon (ouder/verzorger). 
  • Zo kan een jonger kind gaan huilen als zijn moeder aandacht besteedt aan een ander kind. 
  • Een kind vanaf drie jaar kan aan zijn moeder vragen of zij met hem wilt spelen. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Wat zijn risicofactoren tijdens het hechtingsproces? 
 kind-ouder-leefomstandigheden

Wat zijn beschermende factoren tijdens het hechtingsproces?
kind-ouder-leefomstandigheden

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:

  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. Vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. Angstig-ambivalent (afwerend) gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer van boosheid en verontwaardiging. 
  4. Gepreoccupeerd (gedesorganiseerd) gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op.  combi 2-3

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 

  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht.

  • 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hechtingsstoornis
  • Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis"
  • Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd. 
  • Onderscheid twee type: 
  1. Ongeremde type
  2. Geremde type

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geremde type
  • Vermijden van fysiek contact
  • Een sterke drang naar onafhankelijkheid
  • Wantrouwend
  • Gespannen, nerveuze indruk
  • Weinig belangstelling voor leren en de toekomst


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeremde type
  • Zoekt steeds vertrouwen

  • Hecht zich te snel en te sterk aan mensen
  • Lichamelijk aanhankelijk

  • Vraagt veel negatieve aandacht
  • Reageert niet goed op straf

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bouw je een veilige gehechtheidsrelatie met een jeugdige op?
- Do's: bedenk met elkaar wat belangrijk is en wat je kunt doen.
- Don'ts; bedenk met elkaar wat je juist niet moet doen.
- Tips voor het omgaan met opstandig gedrag.  

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Erkende interventies
Ga op onderzoek uit! 

NJI

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nu kinderen uit je stage waaraan je denkt?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions