H5 Waarvoor media

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Sleep de functies naar de juiste afbeelding
Nieuws
Ontspanning
Meningsvorming
Contacten
Cultuuroverdracht
Reclame

Slide 10 - Question de remorquage

Het journaal heeft de functie nieuws en informatie, maar welke functie vervult het nieuws nog meer?
A
Contacten
B
Ontspanning
C
Reclame
D
Meningsvorming

Slide 11 - Quiz

Je wil weten of het kabinet goede maatregelen neemt tegen corona ten opzichte van andere landen. Over welke functie van de media hebben we het dan?
A
Contacten
B
Nieuws en informatie
C
Meningsvorming
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 12 - Quiz

Op de volgende slide staat een filmpje van het programma Zondag met Lubach. Hij bespreekt het idee van het kabinet voor een corona-app. Het idee voor de corona-app was nog heel vaag, maar de app zou je laten weten of je in de buurt bent geweest bij mensen met corona.

Kijk de eerste twee minuutjes van het filmpje en ga dan verder.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Welke functie(s) zag je in het filmpje van Zondag met Lubach?
A
Nieuws en informatie
B
Nieuws en informatie, ontspanning en meningsvorming
C
Meningsvorming en cultuuroverdracht
D
Meningsvorming en contacten

Slide 15 - Quiz

Welke functie hebben de volgende programma's gemeen: FunX, GTST en Studio Sport?
A
Ontspanning
B
Cultuuroverdracht
C
Beide zijn onjuist
D
Beide zijn juist

Slide 16 - Quiz

Welk programma kijk jij graag? Welke functies heeft dit programma?

Slide 17 - Question ouverte

Wat vervult de volgende functies allemaal tegelijk: ontspanning, cultuuroverdracht en reclame.
A
Een shoplog over schoenen op YouTube
B
Een voetbalwedstrijd op tv
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 18 - Quiz