3M P3 Les 3 Overheidsinkomsten

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom

Ga zitten volgens de plattegrond.

Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.

Klaar? Lees de leerteksten van § 7.3.

Programma

• Startopdracht
• Leerdoelen
• Voorkennis
• Uitleg inkomsten Rijksoverheid
• Samenwerkingsopdracht
• Toepassen
• Uitleg belastingprincipes
• Toepassen
• Afsluiting

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je:

• Verschillende overheidsontvangsten benoemen.
  
• Het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen uitleggen.
  
• De verschillende belastingprincipes uitleggen.
  
• Een percentage berekenen.

Voorkennis

Noem een belasting die jij betaalt.

Bereken hoeveel procent van de prijs van een sigaret uit accijns bestaat.

Uitleg

Inkomsten Rijksoverheid

Sociale premies

Niet-belastingontvangsten

Directe belastingen

Indirecte belastingen

Directe belastingen

Betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst.

Belastingen op inkomen, winst en vermogen.

Indirecte belastingen

Betaal je met een omweg aan de Belastingdienst.

Verwerkt in de prijs van producten.

Belastingdienst

Belastingdienst

Quiz

De btw die je in de supermarkt betaalt.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De winst uit overheidsbedrijven.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De loonbelasting die je werkgever inhoudt op je loon.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De premies volksverzekeringen die je betaalt als je in loondienst werkt.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De motorrijtuigenbelasting die je betaalt als je een auto bezit.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De accijns over benzine die je bij het tankstation betaalt.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De vennootschapsbelasting die een bedrijf betaalt over zijn winst.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De bpm (belasting op personenauto's en motorrijwielen) die je betaalt bij de aankoop van een nieuwe auto.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De boete die je moet betalen voor het fietsen zonder licht.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De inkomstenbelasting die je betaalt over je spaargeld.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

Samenwerken

Wat? § 7.3 opdracht 5 (blz. 199).

Hoe? Werk in tweetallen.

Klaar? § 7.3 opdracht 2 t/m 10 (blz. 198-201).

Toepassen

Wat? § 7.3 opdracht 2 t/m 10 (blz. 198-201).

Hoe? Zelfstandig met overleg.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Uitleg

Belastingprincipes

Mensen met een hoger inkomen betalen in verhouding meer belasting.

Draagkrachtbeginsel

Solidariteitsbeginsel

Profijtbeginsel

Iedereen met een inkomen staat een deel daarvan af voor mensen die zelf weinig of geen inkomen verdienen.

Belastingen betalen voor het gebruik van goederen en diensten van de overheid.

Klik op de afbeelding onder draagkrachtbeginsel.

Pak je wisbordje

De overheid legt dijken aan om burgers te beschermen tegen water. Iedereen moet hieraan in gelijke mate meebetalen. Van welk beginsel is sprake bij de aanleg van dijken?

1. Draagkrachtbeginsel
2. Solidariteitsbeginsel
3. Profijtbeginsel

De motorrijtuigenbelasting (MRB) is voor de provincies een belangrijke
inkomstenbron. Van welk beginsel is sprake bij de heffing van de MRB?

1. Draagkrachtbeginsel
2. Solidariteitsbeginsel
3. Profijtbeginsel

Een uitgangspunt van ons stelsel voor de inkomstenbelasting is het draagkrachtbeginsel.
Wat wordt bedoeld met het draagkrachtbeginsel?

Toepassen

Wat? § 7.3 opdracht 2 t/m 10 (blz. 198-201).

Hoe? Zelfstandig met overleg.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Afsluiting

De inkomstenbelasting die je betaalt over je loon en eigen woning.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De overheidsinkomsten uit de verkoop van ABN AMRO.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De accijns over benzine die je bij het tankstation betaalt.

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting
3. Niet-belastingontvangsten
4. Sociale premies

De motorrijtuigenbelasting (MRB) is voor de provincies een belangrijke
inkomstenbron. Van welk beginsel is sprake bij de heffing van de MRB?

1. Draagkrachtbeginsel
2. Solidariteitsbeginsel
3. Profijtbeginsel

Pak je agenda

Datum: 

Maken: § 7.3 opdracht 2 t/m 10 (blz. 198-201).

Leren: Leerteksten § 7.1 t/m 7.3.

Volgende SE: H7 Overheid en bestuur